Ik heb m’n ouders voor mezelf
Als volksstammen Syriërs en half Afrika het lukt op een bootje richting Europa te dobberen, zou je toch denken dat een Nederlandse met zwemdiploma’s en een iPhone vol leuke telefoonnummers dat met twee vingers in de neus kan.
Dat kan ik ook.
1 telefoontje en er staat een vliegtuig.
1 telefoontje en er vaart een bootje voor.
(Dank jullie wel, jullie weten wie jullie zijn).
Maar het mag niet.
Mijn ouders verbieden het me.
En aangezien mijn ouders me al mijn hele leven kennen en weten dat ik toch niet luister, is mijn moeder me komen bewaken. Sinds maandag middernacht is ze hier. Zogenaamd omdat ze ook ijsjes wil eten met me maar ik weet wel beter. Ze is hier om te voorkomen dat ik domme dingen doe. Arnold Karskens bel of zo.
Mijn ouders zijn van die mensen die in de rechtsstaat geloven – ik moet lachen terwijl ik het opschrijf. Mijn ouders zijn van die mensen die geloven dat mensen aardig zijn en het beste met elkaar voor hebben. Mijn ouders zijn, kortom, schatten. Zoals ouders zijn hé? Ze maken zich zorgen, ze huilen, ze laten zich door mij afsnauwen als ik in paniek raak en ze zijn hier om me te bewaken. Ik moest er wat voor doen maar het is me gelukt: ik heb m’n ouders voor mezelf!
Maar ja, en dan? De laatste keer dat ik mijn moeder zo ziedend zag was toen twee Marokkanen me in Job Cohens Amsterdam in elkaar mepten. “GEEF ME Z’N NUMMER!” riep ze. Ik bleek toch nog iets van medelijden voor die PvdA’er te hebben; bespaarde hem de toorn van mijn moeder. Maar ik sta niet in voor wat ze zich hier op de hals gaat halen om mij uit de klauwen van de Turkse justitie te halen. Sorry zussen.
Elke Turk die ik spreek – en ik spreek alleen nog agenten, juristen en journalisten, dus tel uit je winst – zegt dat het wel los zal lopen. Elke keer nadat ze dat gezegd hebben, komt de openbaar aanklager met een verzwaring van de aanklacht. Inmiddels kijk ik nergens meer van op. Zolang de zon schijnt en ik naar buiten kan, geniet ik er maar van. Mijn vakantie is wat langer geworden en da’s maar goed ook; anders had ik me thuis met een inbraak moeten bezighouden. Best goed geregeld dat anderen dat nu voor me doen (dank, jullie weten wie je bent). Vriendinnen vragen of ze langs moeten komen. Aardig. Maar ik bewaar dat gebaar graag voor als de Turkse overheid haar kans schoon ziet om me weg te zetten. Want hoewel die Turken er anders over denken, denk ik er het mijne van.
Hoe gaat het eigenlijk met de vluchtelingen die vanuit Turkije naar Griekenland dobberen?