Conformeer nooit
Depressie zit niet in mij, maar na de moord op Theo van Gogh veranderde de rouw me in een hoopje ellende dat met moeite uit bed stapte. Die discipline kon ik verbazingwekkend goed opbrengen. Douchen en me netjes aankleden ook. Maar ik kwam niet verder dan de bank. Sliep de hele dag om me ’s avonds weer naar m’n bed te verplaatsen. Ik had de “mazzel” dat ik met een pot geld ontslagen was en het me kon permitteren om depri te zijn. Wat wellicht ook een valkuil is. Op een dag ontfutselde iemand me twintigduizend euro – heb er 600 euro van terug gezien. Wat een minderwaardig mens ben je toch, als je iemand op z’n allerzwakste moment berooft.
Zeven maanden later lag ik nog steeds op de bank en kreeg ik het stomste advies ever: Jij moet sapvasten. Bovenop een berg, een tijdje niet eten en alleen trainen. Jezelf resetten. Tja. Waarom ook niet? Op die berg ontmoette ik lotgenoten: mensen met problemen, ieder op zijn eigen niveau. Met begrip voor elkaar en de lethargie waarin je jezelf kunt terugvinden door problemen. Verdriet kent geen hiërarchie, problemen ook niet. Het is overdreven om te zeggen dat ik herboren terugkwam, maar na twee weken zag ik de wereld weer. Ik had lucht in mijn hoofd. Ruimte. Alsof de wind op die berg de smog in m’n hoofd had opgelost. Natuurlijk was ik niet “klaar” maar ik had in ieder geval kracht om een begin te maken.
PTSS is een variant op rouw: allebei leiden ze een nieuwe periode in terwijl de bagage van het recente verleden nog verwerkt moet worden. Na mijn landarrest wilde ik niets liever dan slapen. De verlamming bleek hetzelfde, mijn weerbaarheid echter gegroeid. De berg lonkte, maar er moest eerst een nieuw thuis komen om mij te hechten aan mijn nieuwe leven. Als ik één ding heb geleerd, zowel van rouw na de moord op Theo als van PTSS na landarrest, is dat het uiteindelijk goed komt. Alleen niet vandaag. En misschien ook niet morgen. Maar precies wanneer je het aankunt. In een volwassen leven kan dat voor familie, vrienden, collega’s en werkgever niet snel genoeg gaan. Afgelopen maanden heb ik op 50 procent mogen functioneren; ook zij leden onder mijn lijden (Sorry. En dank). Verwachtingen, hoop, eisen én lijden werken verlammend. Onzekerheid steekt de kop op – kan ik het nog? Wil ik het nog? Inmiddels weet ik het antwoord weer: natuurlijk kan ik het. Wil ik het. Mijn huis kun je afpakken, maar mijn leven? Never ever.
Niet conformeren aan gewortelde conventies maakt het leven gecompliceerder, maar ook gevarieerder. Afwijken betekent niet dat de massa gelijk heeft. Theo gaf me zelfvertrouwen, leerde me dat ik niet gek ben. Verantwoordelijkheidsgevoel, vechten tegen onrechtvaardigheid, drang naar vrijheid, incasseringsvermogen, zelfvertrouwen en weerbaarheid zijn geen keuzes. Ze maken jou. Maken mij. Ik gun iedereen een Theo. Ik mis hem.