Babbelen voor de gezondheid
Drie weken in een bejaardentehuis wonen; ik kan het iedereen aanraden. En niet alleen om de Baileys in het restaurant, maar 1 euro 40 per glas kosten het aangenaam pimpelen is voor die prijs. Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn. We hebben allemaal zo onze rituelen ontwikkeld om die hulpbehoevende toekomst te bezweren. De een negeert het hardnekkig. De ander zweert bij een rigide voedsel- en sportregime dat hem fit tot het graf zal houden en de laatste leeft zo uitbundig dat hij de pensioengerechtigde leeftijd waarschijnlijk nooit zal halen.
Ik schreef een blog over mijn avonturen in het tehuis en de meest gehoorde klacht onder de bewoners is de eenzaamheid. Niet lichamelijk lijden, niet het structuurloze eten, maar de afwezigheid van een goed gesprek. In 2012 voelde 1 miljoen van de destijds 4,1 miljoen 55-plussers zich volgens een onderzoek van NIPO eenzaam. Eenzaamheid verhoogt de bloeddruk, het stressniveau en de kans op een depressie. Eenzame ouderen blijken 14 procent meer kans te hebben op een vroege dood dan de gemiddelde persoon. Nu hebben ze op zich de pensioengerechtigde leeftijd gehaald, dus al significant meer geleefd dan iemand die, zeg, in een oorlogsgebied moet zien te overleven, maar toch. Het is goed voor je gezondheid om een babbeltje te maken. De kans op vroeg overlijden bij eenzaamheid is twee keer zo groot als bij overgewicht, publiceerde The Journal of Psychology in 2012. Denk daar maar eens aan. Je kunt beter dichtgeslibde aderen hebben dan eenzaam zijn.
Het voornaamste wat ik tijdens mijn verblijf heb geleerd, is babbelen. Omdat niemand echt deadlines heeft en de enige vaste afspraken met de dokter en pedicure zijn, hebben de bewoners zeeën van tijd voor een praatje. Wat nou eenzaamheid, dacht ik regelmatig, als ik ‘s avonds mijn kamerdeur sloot. Ze lullen zich hier helemaal suf! Waar ik als schrijver voornamelijk de dagen zwijgend voor mijn scherm doorbreng, moest ik me in het tehuis aanpassen. Binnen een paar dagen had ik de schwung te pakken. Sindsdien kan ik niet meer stoppen. De schuwe vrouw naast me in de trein, de pubers op de stoep in mijn straat, het verveeld kijkende kassameisje, ik zeg wat tegen ze. Over het weer, over hoe earl grey-thee eigenlijk beter te pruimen is dan groene thee, of hoe goed mijn moestuintjes het wel niet doen. Soms zeggen ze iets terug. Doe maar, denk ik dan. Laten we kletsen. Dat is goed voor onze gezondheid.