Agree to disagree
Let’s agree to disagree. Dat is een van mijn favoriete Engelse gezegdes. Het zegt zoveel als: ook al zijn we het niet met elkaar eens, we kunnen nog steeds hoffelijk met elkaar omgaan. Zet je mening uiteen, probeer de ander te overtuigen en als dit na een gepeperde discussie niet lukt, vind dan een gemeenschappelijke deler waardoor je nog steeds door dezelfde deur kunt.
Ik schreef het al eens eerder en ik schrijf het nog eens: sinds ik columnist ben geworden, is mijn beeld van de gemiddelde Nederlander naar beneden bijgesteld. Gebaseerd op lezersreacties zijn wij Nederlanders seksistischer, kleingeestiger en intoleranter dan ik zou willen. Ik denk dat Ebru Umar dat met me eens is. Ze had meer dan twee weken landarrest in Turkije, met dank aan de kliklijn die Rotterdamse Nederturken gebruiken om het regime aldaar te voeden.
Ik ben het vaak niet eens met Ebru. Ik kan me goed voorstellen dat mensen gekwetst worden door haar stellige meningen. Ze is een columnist in de categorie briesend paard. Ze galoppeert door haar alinea’s, aangevuurd door verontwaardiging en vertrappelt zodoende regelmatig de nuance. Toch is haar werk belangrijk. Omdat een tour de force soms meer bereikt dan redelijkheid. Omdat een klets koud water je wakker schudt uit je gezapige bestaan. Ebru Umar dwingt je met al haar uitroeptekens na te denken over je opvattingen, over je identiteit en over deze tijd. Dat is meer dan de gemiddelde columnist voor elkaar krijgt.
Het belang van persvrijheid wordt niet door iedereen in Nederland gedeeld. Liever zien de verklikkers iemand met een andere mening monddood. In plaats van het gevecht aan te gaan op de opiniepagina, kiezen ze voor een kliklijn. Miezeriger kan bijna niet.
Ebru Umar heeft inmiddels voet op Nederlandse bodem gezet en mag de gerechtelijke procedure die Turkije tegen haar heeft aangespannen in ons land afwachten. Haar columns zijn klikhits geworden, het journaal heeft al meerdere malen met haar geopend en al die talkshows waar ze vaak op afgaf omdat die haar niet uitnodigden, houden nu telefonisch interviews met haar. Hoewel ik haar niet toewens waar ze nu doorheen moet, vraag ik me af of ze, ‘s avonds laat, niet af en toe van opwinding met haar tenen wiebelt. Misschien heeft ze echt iets in gang gezet, een debat over persvrijheid, over Nederlander zijn en wat dat betekent, over het omarmen van andere meningen. Met dank aan alle intoleranten in ons land krijgt Ebru Umar nu eindelijk de aandacht die ze verdient. Daar zal niet iedereen het mee eens zijn, maar laten we, wat betreft Ebru, agree to disagree.