Tranen in vakkie VV
Godskolere, wat is dat laatste kampioenschap van Feyenoord lang geleden.
1999.
We betaalden nog met guldens. Er was een legionellaramp bij de Westfriese Flora in Bovenkarspel. De NAVO bombardeerde Kosovo. Marianne Vaatstra werd vermoord. Hans Wiegel had zijn nacht. De Russische president Boris Jeltsin benoemde Vladimir Poetin tot president. Veronica begon met het programma Big Brother. Justin Kluivert wordt geboren.
En mijn vader leefde nog.
Hoe veel Feyenoorders die gisteren in De Kuip, in een kroeg, op een terras of gewoon thuis het vijftiende landskampioenschap van Feyenoord vierden, hebben sinds de vorige titel net als ik hun vader naar het crematorium gebracht?
Feyenoord is de enige club uit de traditionele top 3 waarvan je je als vroege vijftiger nog maar moet afvragen of je bij het volgende kampioenschap het leven nog hebt.
Voor mijn vader was dat van ’99 de laatste; hij overleed in 2008. Als ik dit seizoen op vak VV naast me in de ogen van mijn zoon Bob (van 29-2-’92) keek, zag ik de ogen van mijn vader. Zo’n trouwe hondenblik. Met altijd een vleugje treurigheid, vermengd met de glinstering van de hoop. Dit seizoen eindelijk eens niet tot de kerst, maar het hele seizoen.
Vanaf de eerste competitieronde op kop. En er nooit meer weggeweest. Hoe on-Rotterdams soeverein wil je het hebben? Feyenoorders hopen altijd tegen beter weten in. Feyenoorders hebben geleerd met teleurstelling om te gaan. Feyenoorders kunnen als geen ander lijden. Feyenoorders houden van hun club, door dik en dun. Feyenoorders schelden ongegeneerd op hun eigen spelers, maar hebben wel het alleenrecht, want komt een buitenstaander aan faalhaas Miquel Nelom of zelfs de in 020 opgeleide “kankerturk” Bilal, dan worden ze acuut moordzuchtig.
Feyenoorders zijn rare mensen.
Ik hou van ze.
Dit seizoen kregen we te maken met een nieuw fenomeen. Ajax-supporters die lieten weten het ons te ‘gunnen’. Het kan best dat ze het menen. Maar Jezus, wat irritant. Flikker op met je ‘gunnen’.
Alsof het een cadeautje was. Op 23 oktober 2016 speelde Feyenoord dat counterploegje uit Amsterdam met die mooiweersupporters volledig van de mat. Het was toen in De Kuip: de mannen tegen de meisjes.
Vanaf dat moment werd in Rotterdam hoop steeds meer geloof.
En gisteren, 6595 dagen na de vorige keer, was het dan eindelijk weer eens een keertje gelukt.
In vakkie VV huilde Bob Dijkgraaf.
En toen ik ‘m in de ogen keek, ik ook.