Zouave in de trein
Ik zat in de trein mijn dagelijkse Duolingo te oefenen. Simpele Engelse zinnetjes vertaal ik op mijn smartphone naar het Frans. Vrolijk hupst een groen vogeltje in mijn beeldscherm ter aanmoediging. Zo weet ik weer het verschil tussen chaussures en chausettes. En hoewel ik niet in de nabije toekomst aan een Fransman hoeft te vragen of hij zijn schoenen dan wel sokken uit wil doen, zou ik het in principe kunnen. Dat idee vervult me met een innige tevredenheid.
Mijn vader had eens een Franse au pair geregeld voor mijn zus en mij.
‘Goed voor jullie talen,’ zei hij en hij nam mijn moeder mee uit eten.
De jaren tachtig Madonna-lookalike met kanten top en getoupeerd haar negeerde ons zo goed als het ging. Ze stond voornamelijk, hevig verlangend naar avontuur, op de stoep voor ons huis te roken.
‘De heks,’ noemde ik haar.
Nadat ze voor de tweede keer in de douche had gepoept, was ook voor mijn moeder de maat vol en werd ze naar huis gestuurd.
Ik weet niet waarom mijn ouders zo op dat Frans gebrand waren, want toen ik van de speen af was, kreeg ik een reeks videobanden van een groen monster, Muzzi, (wat is dat toch met dat groen?) die allerlei avonturen beleefde die draaiden om kleuren of kledingstukken.
‘Vert,’ zei een warme stem driemaal als het verhaal inzoomde op een groen vierkant.
Het was de bedoeling dat ik het als kleuter na zou prevelen, maar ik zat vooral te wachten tot het verhaal weer doorging. Dingen doen zonder praktisch nut, ik geloofde daar vroeger niet in. Waarom zou je je veters leren strikken als je schoenen met klittenband kunt dragen? Waarom zou je leren fietsen zonder zijwielen als er zijwielen bestaan? Ik was een zeer praktisch ingesteld kind.
De jongen tegenover me keek meewarig op toen het trompetgeschal van weer een goed antwoord uit mijn telefoonspeaker klonk.
‘Wat jij doet, heeft geen zin,’ zei hij. ‘Vertaaltelefoons zijn binnen tien jaar op de markt. Je praat aan de ene kant in het Engels en het komt er aan de andere kant in het Chinees uit.’
Onthutst bleef ik zitten. Wat hij zei, raakte mijn praktische aard. Ik voelde me betrapt tijdens een frivole, zinloze bezigheid. Terwijl ik juist zo lekker bezig was. Ik vervloekte mijn Duolingo dat het me geen scheldwoorden leerde. Toen hij uitstapte, zocht ik de vertaling voor het woord ‘zakkenwasser’ op.