Memento kakkie
Hoera, de nieuwe Schijf van Vijf is uit! In zacht glorende tinten wordt ons toch vooral aanbevolen volkoren pasta en noten te eten. Bij de eiwitten is zelfs een schattig blokje tofu getekend. Grootste verandering is de verhoogde groente-inname. Meer dan 75 procent van de bevolking haalde de 200 gram die eerder was voorgeschreven al niet. De 250 gram die nu wordt geadviseerd lijkt totaal wensdenken. Maar ik houd van mensen die de moed erin houden, en met die spinaziesmoothies als ontbijt tik ik braaf mijn schijf-van-vijfbingokaart vol.
Over bingokaarten gesproken; de komende drie weken ben ik als schrijver te gast in een bejaardentehuis. Op uitnodiging dompel ik mij onder in de seniorenlifestyle. Ik heb mijn eigen kamer met verhoogd bed, Senseo en in de douche staat een grote, vooroorlogse po-stoel. Elke keer als ik op het gewone toilet zit, kijk ik naar het ding en het geeft me de kriebels. Het zijn dit soort details die je doen beseffen dat dingen die je gedachteloos doet – lopen, kauwen, toiletteren – in de herfst van je leven niet meer zo vanzelfsprekend zijn. Zo zijn er constante memento mori’s hier in het gebouw te vinden. De po-stoel is een memento kakkie, denk ik als ik doorspoel en opgelucht de badkamer verlaat.
In de gemeenschappelijke zaal waar de bewoners elkaar of hun bezoek treffen voor een borrel, babbel óf bingo, zit ik naast een dame die klaagt over haar aanhoudende diarree. “Er is iets met mijn darmen”, zegt ze. “Maar ik wil het liever niet weten.”
Ook de diners maak ik hier mee. Ik eet de machtige champignonsoep, kip cordon bleu met roomsaus en de tot prut gekookte witlof braaf op. Als ik de goedlachse kok vraag of er vegetariërs in het pand zijn, schudt hij grinnikend zijn hoofd. Bejaarden zijn hardnekkige vleeseters. De man naast me aan tafel vertelt over zijn dichtgeslibde aderen en de hartoperatie die hij heeft gehad. Ik kijk naar zijn toetje, roomijs met een flinke toef slagroom. Dat krijgen we elke avond.
“Zijn jullie hier bezig met de Schijf van Vijf?”, vraag ik het meisje uit de bediening.
“We hebben ’s middags kroketjes of een Mexicano, als u dat wilt”, zegt ze.
Ik leg uit dat ik de schijf van het Voedingscentrum bedoel.
“Ach mevrouw”, zegt ze. “Wij warmen het hier alleen wat op.”
Ik knik.
“Maar de sauzen en soepen maken we zelf”, voegt ze er trots aan toe. “Lekker romig. Heeft het u gesmaakt?”