Groeten uit Erdoganistan
Omdat ik dringend toe was aan een omgeving waar ze wel raad weten met islamitische terreurdreiging, vertrok ik naar Turkije. Beetje zon, in het gezelschap van wat de uit Turkije verbannen journaliste Frederike Geerdink smalend de ‘Izmir elite’ noemt. Maar zo’n vakantie begint niet voordat mijn oom zijn terugkerende vraag stelt: „Hoe kijken jullie in Europa aan tegen Turkije?”
Het antwoord stelt hem nooit teleur: „Jullie interesseren ons geen fuck.” Om vervolgens te horen dat wij belazerd worden door onze politici die deals met Erdogan maken waaraan hij zich toch niet gaat houden. Iets met vluchtelingen tegenhouden. „Alsof wij die mensen hier willen”, proest mijn oom. „Ze moeten gewoon terug naar huis. Daar zouden alle inspanningen op gericht moeten zijn. En die paar miljard? Ach, het einde van het tijdperk Erdogan is in zicht.”
Elke Izmir-Turk voorspelt al jaren het einde van het Erdogan tijdperk. Maar met die nieuwe Europese miljarden lijkt dat vanuit Europees perspectief kansloos. „Ach zes miljard, hou toch op. Wisselgeld.” Mijn soort Turken is nooit zo onder de indruk van geld. „Amerika is klaar met hem. Khadaffi, Saddam, Assad en de volgende is Erdogan.” Ik moet het nog zien maar de tegenstand komt inmiddels vanuit zijn eigen partij wordt me verteld. „O ja, die lui die hem op het schild gehesen hebben zeker”, hoon ik. Bovendien staat een oud bezoek van Erdogan aan Obama op mijn netvlies gebrand. De beide heren stonden ieder achter een katheder met de VS en Turkse vlag. De dictator van Turkije declameerde: „Assad must go.” Obama stond erbij en luisterde. En dan zou nu Erdogan moeten oprotten? Mijn oom blijft vrolijk. „Jullie Europese idioten zijn de enige die hem nog steunen, in Turkije en de rest van de wereld zijn we wel klaar met hem.” Maar dan die andere kwestie die mijn oom bezighoudt: „Wat gaat Europa tegen de terroristen doen? Jullie hebben geen idee wat je met die gasten aan moet hé? Of hoeveel het er zijn? Tja, ik zal je zeggen: dat is jullie eigen schuld. Beetje lafjes voor iedereen de deur openzetten, iedereen pamperen met gratis geld en niets terugverwachten, elke crimineel gewoon laten lopen terwijl je ze ‘in het vizier’ hebt en ze ondertussen professioneel terrorist worden. Het zijn júllie terroristen hé? Júllie oogst. Kijk, wij hebben geen ontzag voor terroristen in de dop. Wij knallen ze zo een kogel in hun kop. Dat zal ze leren. Maar júllie hebben een probleem. Ik zal lui die zich opblazen omdat ze dit leven verachten en in een hiernamaals geloven nooit begrijpen. Maar jullie hebben geen flauw benul hebben hoe je tegen ze moet optreden. Dit gaan jullie niet winnen. Nee. Jullie voorland is leven met geweld, tussen terroristen die elk moment kunnen toeslaan. Ja, jullie gaan kennismaken met leven in angst. Wen er maar alvast aan.”
Dat hoor je Rutte en co nou nooit zeggen.