De naakte waarheid
Ik had me voorgenomen niets over hem te schrijven. Ik krijg al te vaak de vraag of hij familie van me is. Ook al doop ik mijn lokken niet langer in dezelfde tint peroxide als hij, ik wil elke vorm van associatie vermijden. Hoewel hij zich de afgelopen maanden overtuigend aan me opdrong, had ik de verontwaardigde verleiding die een columnist aan zet tot een vilein stukje, kunnen weerstaan. Tot nu. Iemand deelde een oud filmpje van WrestleMania en daar stond hij in de ring: Donald Trump als worstelaar. Het was even geweldig als verschrikkelijk. Alsof Hitler ineens door My Little Pony dartelde.
Nog geen drie jaar geleden, toen de wereld een stuk onschuldiger leek en niemand nog nadacht over penislengtes van politici, deed Trump mee aan dit spierballenshowballet. Liefhebbers van WrestleMania weten dat de wedstrijden niets met sport te maken. De verwensingen die de ludieke alterego’s elkaar toeschreeuwen, de verwondingen die ze elkaar aanbrengen, wie er uiteindelijk wint, alles is zorgvuldig gechoreografeerd. Ze noemen het worstelen, maar het heeft eigenlijk niets met vechten te maken. WrestleMania gaat over dat waar Amerika groot mee is geworden; showbusiness. En daarom hou ik er zo van.
Daar lag ik als achtjarige, op de leren bank in ons Hoeksche Waardse dorpje. Buiten niks te beleven en uitgespeeld met mijn Barbies. Ademloos keek ik naar Eurosport waar urenlange marathons aan me voorbij trokken van ingeoliede, opgepompte mannen met ludieke namen, al dan niet met vlammende make-up of hangsnor. Als praalhanen stapten ze om elkaar heen. Klommen in de touwen om elkaar te bespringen. Hielden elkaar innig vast in vreemde poses. En altijd in strakke pakjes. Mijn liefde voor spandex is daar begonnen weet ik nu.
Voor Trump geen strak pakje. Zijn roze stropdas was het enige frivole aan hem. En natuurlijk die kop lichtgevend haar. Die stond op het spel. De verliezer zou geschoren worden door zijn tegenstander. Hij zette zijn gemeenste gezicht op. Wat bij hem betekent: pruillipje en frons. Natuurlijk won hij. Anders zou hij niet meedoen.
Die avond droomde ik dat ik met Trump in de ring stond. Ik droeg een verenpak. Hij een haaienvin. Met een vliegende kurkentrekker velde ik hem. Zijn nek klemde ik tussen mijn knieën tot het kraakte, tot hij spartelend om genade smeekte. Daarna trok ik zijn broek omlaag om het hele stadion zijn naakte, spekkige, middelbare mannenwaarheid laten zien. Daarna was er vuurwerk en gebak. Die droom luchtte enorm op.