De kont van de geschopte kat
Het was 3 januari en ik was halverwege mijn rondje Kralingse Plas. Iets met goede voornemens en een knellende sportbroek. Naast mij rende een collega-schrijver die opbiechtte hoe ze de hele oudjaarsdag voor haar televisiescherm had doorgebracht. Toastjes bij de hand terwijl ze ‘Making a Murderer’, de nieuwe hype van Netflix, van A tot Z lag te bekijken. Onderwijl tikte ze een nieuwsbericht voor haar website over een Amerikaans onderzoek waaruit is gebleken dat bingewatchen overgewicht in de hand werkt. Ik weet niet waar men banger voor is tegenwoordig: iets te hebben gemist of overgewicht. Tijdens het stretchen begonnen omstanders ongevraagd mee te ratelen over de serie. Twitter en krant leken dit weekend nergens anders over te gaan. Ik voelde de druk rijzen. Thuis zette ik me voor mijn beeldscherm.
‘Making a Murderer’ is een klassiek Amerikaans verhaal over een arme, domme man die achttien jaar in de cel zit voor een misdaad die hij niet gepleegd heeft. Zodra hij de staat aanklaagt, wordt hij opgepakt voor moord. Is hij schuldig of niet? Daar gaat de tiendelige serie over. We zien de arme drommel met een lange baard. Met een korte baard. Met stoppels. Maar altijd met vet haar. Interviews met zijn uitgezakte ouders. De tandenloze, huilende moeder. Zijn verbeten advocaten. De gegroefde koppen van de voltallige politiemacht, de bleke sheriff, de roddelende nicht, het debiele neefje, de alcoholistische vriendin, ze komen allemaal voorbij.
Hoeveel uur ik van mijn leven aan misdaadseries heb gewijd, wil ik eigenlijk niet weten. Zes seizoenen ‘Sopranos’. ‘Boardwalk Empire’. ‘Dexter’. De podcast ‘Serial’. Tel daar de avonden ‘CSI’ en ‘True Crime Scene’ van National Geographic bij op, waarin gruwelijke moorden via een vertrouwd patroon werden opgelost. Schermutselingen werden nagespeeld, dikke agenten geïnterviewd en natuurlijk, natuurlijk vonden ze op de kont van een geschopte kat een deel van het schuldige schoenprofiel en werd de dader ingerekend. Eind goed, al goed. Maar niet voor mij. ‘s Nachts lag ik te malen. verstrengelden de spannende sfeermuziekjes zich met mijn hartslag. In hoeveel ellende moet ik me nog moedwillig wentelen om mee te kunnen praten met het gesprek van de dag? Na drie uur ‘Making a Murderer’ klapte ik mijn laptop dicht en kraakte mijn vastzittende nek. Genoeg was genoeg. Achttien jaar van zijn leven had het de domme man gekost. Hij kreeg geen uur meer van mij. Ook iets met goede voornemens.