Bloedserieus
Een bakvis van jaar of twaalf zal ik geweest zijn toen een kerel meende naar mijn borsten te mogen graaien. Op een druk busstation tijdens een zomervakantie in Izmir, Turkije. Ik gilde – vol verbazing. Dat een man die ik niet ken me meende te mogen aanraken, naar mijn puberborstjes meende te mogen graaien, was niet in mijn Nederlandse bakvissenhoofd opgekomen. De oudere vriendin met wie ik was keek verschrikt om; poppedijntje uit Nederland had iets meegemaakt wat geen vrouw hoort mee te maken maar waar elke vrouw in Turkije die buitenshuis komt, mee leert leven. Mannen graaien nu eenmaal naar vrouwen.
Niet veel later graaide een kerel naar mijn kruis. Plaats van delict: het Erasmiaans gymnasium in Rotterdam. De dader: een iets oudere jongen van Turkse komaf. Wederom in totale shock: bestaat dit? Of heb ik me dit verbeeld? De triomfantelijke blik in zijn ogen bevestigde mijn ervaring. Ook de (godzijdank) enige soa die ik een paar jaar later opliep kwam door een aanranding door een Turk. Het Turkse woord voor ‘nee’ kende ík wél maar de Turk in kwestie niet. Lul.
Als puber vroeg ik mijn vader waarom mijn nicht op haar huwelijk een rood lint droeg om haar trouwjurk. De arme man lichtte het achterlijke ritueel toe. ‘Dat zegt dat ze maagd is.’ Bakvis of niet, of een vrouw maagd is of niet, weet alleen die vrouw zelf. Die onzin over bloed is precies dat: onzin. Mijn smalende blik sprak boekdelen: ‘mijn Turkse familie echt gestoord.’ Einde verhaal. Op mijn negentiende vroeg een Turkse vriendin me in alle ernst of ik nog maagd was. Ik begreep de vraag niet – het Turkse woord voor maagd was mij onbekend. De ernst, de hypocrisie, de stress die mijn Turkse vriendinnen ondervonden om hun relaties naar de seksuele fase te brengen, leidde tot enorme hoofdbrekens in vele zomervakanties ipv tot onbezorgde vrolijkheid.
Wie denkt dat die tijden voorbij zijn, leeft onder een steen. Twee jaar terug vertelden mijn Koerdische buurmeisjes in alle ernst dat ‘als een meisje maar haar negentiende jaar ‘haalde’, ze opgelucht kon ademhalen’. Aangezien mijn Turks nog steeds erbarmelijk is, was een nadere toelichting nodig. Vooral om te ontkennen dat ik het wél goed begrepen had. Helaas. De onwaarschijnlijk hippe meiden in de strakste broeken en met borsten waar de mijne vier keer in kunnen, vertelden in alle ernst over geen seks voor huwelijk. Ik lachte ze eerst nog uit – foutje. Ze waren bloedserieus.
In een cultuur waarbij vrouwen niet erkend worden als individuen met eigen seksuele behoeftes, ontstaat frictie, frustratie en geweld – tegen vrouwen. Mannen raken geobsedeerd door vrouwen en hun geslachtsdelen. In het westen begrijpt het gros van de mannen inmiddels dat vrouwen individuen zijn met exact dezelfde rechten als mannen, en dus ook het recht om eigen (seksuele) keuzes te maken en niet aangerand te worden. Binnen de cultuur die voortvloeit uit islamitische gemeenschappen, is dat utopia.
Maar haal het niet in je hoofd om dat hardop te zeggen.