Buurmannen met kerst
Ik stond bij de brievenbus toen ik de buurmannen zag. De bus zat vol. Gefrustreerd probeerde ik mijn enveloppen erbij te proppen. Al die beste wensen. Hoeveel waren er überhaupt gemeend en hoeveel werden verzonden om de schone schijn op te houden? Waarom elkaar een jaar niet spreken en dan wel aan het eind een glitterkaart met een standaardgroet? Als je aan me denkt, stuur me dan een brief. Vertel me wat je bezig houdt. Bel of stuur een rare foto via Whatsapp. Ik krijg de jeuk van alles doen zoals het hoort. Zelf hanteer ik al jaren de regel dat ik een kaart terugstuur als ik er een krijg. Tantes en vrienden die bevangen door het idee dat kerstkaarten sturen een soort bewijs van volwassenheid is, krijgen ook van mij de beste wensen. En dat ze maar zo gênant dronken mogen worden tijdens de kerstgourmet, dat ze hun plakjes bloedeloze varkenshaas kunnen marineren in een golfje uitstekende Merlot-kots.
Goed, de buurmannen dus. Ik weet dat ze van het huis zijn met de spuitsneeuw en de teddyberen in kersttruien. Ieder jaar pakten ze uit met nog meer lichtjes. Ik denk dat kerst voor mensen zoals zij bedacht is. In ieder geval niet voor dwarse krengetjes zoals ik. De buurmannen stonden naast de fietsenstalling met een volle boodschappentas. Ik stak mijn hand op en ging door de gleuf als een foie grasgans te dwangvoederen. De lange van de twee wees op hun tas.
"Dit is voor 13A. Hij ligt er niet goed bij."
Ik dacht aan de man die op 13A woonde. Hij had gele nicotinevingers en was dol op mijn hondje. Mijn hondje niet op hem. Meermaals hadden die gele vingers haar speldenknoptandjes gevoeld. Toch bleef hij even enthousiast de straat oversteken om haar te aaien.
"Hij hoopt altijd dat hij iemand tegen komt als hij boodschapjes doet, maar hij kan het huis niet meer uit. Het is een aflopende zaak."
Daar was het schuldgevoel. Die steek tussen spijt en schaamte. Mijn zelfgenoegzaamheid was binnen enkele seconden een leeggelopen opblaasdier. Ik heb meneer 13A jarenlang voorbij zien slenteren. Heel af en toe sprak ik hem. Vaker vermeed ik hem. Mijn hond verdiende ook haar privacy. Ook al was ik mijn lading goede wensen kwijt, ik slenterde zwaarder naar huis. Thuis pakte ik een glitterkaart. Voor meneer 13A, schreef ik erop. De beste wensen. En ik meende het.