Anything out of nothing
Uitgelachen word je als je wijst op de enige echte oplossing voor het Midden-Oosten. Voor Syrië. Uitgelachen. Want het is logisch dat wij het hier goed hebben, dat wij in gezondheid opgroeien, met een dak boven ons hoofd, met supermarkten waar ze 70 verschillende soorten chips, wc-papier, brood, kaas en chocola verkopen. Het is logisch dat wij naar school gaan, een opleiding volgen en werken. Logisch dat we een huis kopen, een auto voor de deur hebben staan en met vakantie gaan, een keer of twee, drie per jaar. Logisch dat we net een godsvermogen aan sinterklaasprul hebben uitgegeven en over drie weken een miljoen of honderd de lucht in schieten aan vuurwerk. Logisch. Het is ons leven dat we leiden. In vrede.
Op de een of andere manier is het wél logisch dat wij in vrede leven maar is het hilarisch als je zelfs maar suggereert dat de oplossing voor Syrië vrede is. Dat de oplossing voor vluchtelingen uit Syrië en andere kapotgeschoten landen vrede is in plaats van onbeperkte vluchtelingenopvang, eeuwigdurende asielprocedures, bootjes op de middellandse zee of het ‘terugsturen’ naar Turkije. Het is zo simpel: vrede.
Maar in plaats van met z’n allen, als Europese Unie vrede af te dwingen, worden ons Europese burgers, vluchtelingen door de strot gedouwd. Of wat aardiger: worden volksstammen vluchtelingen hier opgevangen alsof het hemel op aarde zou zijn, leven in den vreemde, als vluchteling. Voor het gemak vergeten we dat die vluchtelingen mensen waren, zoals jij en ik. Een leven hadden, zoals jij en ik. Mensen die een leven hebben, zoals jij en ik, zijn geen mensen die elders als vluchteling willen verblijven. Die willen gewoon naar huis. Thuis in vrede leven. Maar wat we hier zien, wat we hier krijgen, wat we hier meemaken: het zijn slachtoffers van de oorlogs- en in het kielzog ervan asielzoekersindustrie. We moeten er compassie mee hebben vinden ze in Den Haag en Brussel. Dekens brengen, zegt de knuffelbrigade. Compassie heb ik. Met mensen die niet meer thuis kunnen wonen omdat hun huis is weggebombardeerd. Maar dekens brengen naar mensen die denken dat het hier luilekkerland is? Gaat niet gebeuren.
Waar mijn compassie tot niets leidt, leidt de compassie van Rinke Verkerk en Thijs Heslenfeld naar vluchtelingenkampen in Jordanië en Libanon. Niet om dekens te brengen, ze keken wel uit. Maar om Syrische vluchtelingen weer mens te maken. Mensen die voetbalden. Mensen die een boerderij hadden. Mensen die dromen voor hun dochters hadden. Mensen die naar school gingen. Mensen met een leven. Totdat er bommen vielen, veel te veel bommen en die mensen vluchtten. Rinke en Thijs tekenden de verhalen van Syriërs op in het boek Anything out of Nothing. Rinke en Thijs maakten weer mensen van vluchtelingen.
Mensen die ik hier niet wil. Syriërs.
Mensen van wie ik wil dat ze naar huis gaan. Syrië.
Mensen van wie ik wil dat ze in vrede leven. Net als wij.
Net. Als. Wij.