Zwart-wit met een vleugje koraal
"Kunnen we ophouden met elkaar wit of zwart te noemen?", riep een vriend me toe. "Jij bent toch een schrijver? Kun je er niet andere termen voor bedenken?"
Ik keek naar mijn kwade gesprekspartner. Hij was inderdaad allesbehalve wit. Abrikoos, met koraalrode vlekken van de verontwaardiging, dat was hij. Ik zei niks. We hadden het eerst over de #zeghet-kwestie, Daarna over black twitter. Over hoe we eindelijk op een punt in de geschiedenis zijn aanbeland dat we toekomen aan het benoemen van stilzwijgende vooroordelen. Over geniepig seksisme dat doorwerkt in de dagelijkse omgang tussen mensen. Hoe (stilzwijgend) racisme meningen kleurt. Ik vond het een teken van vooruitgang, deze trends in het maatschappelijk debat, een mogelijkheid om de wereld vanuit andermans perspectief te zien. De vriend vond het vooral aanstellerij. Hij had nog nooit een meisje lastig gevallen. Zegt iedere dag vriendelijk gedag tegen zijn Surinaamse buurman. Wat werd hij dan als superieur, graaiend, kortzichtig wit wezen weggezet? Dat was pas een grove stereotypering! Hij was een schappelijke, nette vent. Dat kan ik beamen. Hij vergeet nooit mijn verjaardag.
Hij doet me denken aan mijn ex-vriend, die verongelijkt snoof als ik Simone de Beauvoir las. Dat ik me verdiepte in het feminisme, vond hij een verraad aan zijn adres. Hij had mij immers altijd als gelijkwaardig gezien. Dat hij niet model stond voor de hele wereld, ging er bij hem niet in. En daar zat de crux. Hij zag zichzelf als graadmeter van de maatschappij. Een gemiddelde gozer met de beste bedoelingen. Die me weleens zou vertellen hoe het wel of niet zat. Hij is niet de enige die deze denkfout maakt. Ook op twitter heb ik ze gezien. De mannen die de #zeghet-vrouwen als #zeikwijven labelden. Ook al waren zij waarschijnlijk niet de daders in de beschreven gevallen, ze vonden wel dat de tweets gezeur waren. Waar ze vooral last van hadden, was een gebrekkig inlevingsvermogen.
"Waarom voel je je zo aangesproken?", vroeg ik mijn kwade vriend. "Als het niet over jou gaat?"
Daar wist hij even geen antwoord op. Dat hij zich niet herkende in het geschetste beeld van de witte man als maatstaf, omdat ook hij onzekerheden en tegenslag kent in het leven, vond ik voor hem pleiten. Dat hij het bestaan vervolgens ontkende van andermans ervaringen, was een teleurstelling. Als hij iets moet inzien, is het dat de wereld inderdaad niet zwart-wit is, maar ook abrikoos. Met koraalkleurige vlekken.