Zeventig is te oud
Mijn moeder is zeventig. Ze werkt nog – zij vindt dat fijn en nou ja, vooruit dan maar, dan vind ik dat ook fijn. Ze werkt niet veel, een dag of vijf per maand. Maximaal tien. De flexibiliteit zit ’m in het waarnemen: als er een oogarts met vakantie gaat, dan neemt ze een paar dagen de patiënten over. Opereren laat ze aan anderen over, in het gepriegel heeft ze geen zin.
Het is goed dat mijn moeder werkt, wat moet ze anders? Artsen hebben geen hobby’s, nou ja, een onevenredig aantal chirurgen speelt piano, maar een hobby-hobby hebben ze niet. Ze sterven dan ook redelijk snel na hun pensioen. Niets te doen, hè? Mijn moeder houdt van tuinieren, gaat naar het hertenkamp met d’r kleinkinderen en ze zit ook veel in Turkije. Naar Amsterdam komt ze zelden, tenzij ze met vrienden uit Turkije een rondje Museumplein moet doen.
En eerlijk? Ik vind dat prima. Als het even kan, pakken mijn zussen en ik de autosleutels af. De rechterbuitenspiegel is een nutteloos accessoire, inparkeren moet vooruit – en nee dat is niet makkelijker, het is gevaarlijker: probeer maar ‘ns uit te parkeren – op de snelweg wordt ze ingehaald door vrachtwagens. „Laat ze maar”, zegt ze dan. „Ik heb geen haast.” Dat het gevaarlijk is om 90 te rijden, gaat er niet in. „Bovendien moet ik al jouw verkeersboetes al betalen, jij rijdt veel te hard. In mijn auto”, is haar stoïcijnse mantra.
Ik spreek graag met mijn moeder af aan de Kralingse Plas. Of in de Rotterdamse Bijenkorf. Slecht restaurant vindt zij, waarop ik standaard antwoord dat het binnenkort verbouwd gaat worden. Inmiddels zeg ik dat al een jaar of vier. De Bijenkorf is jeugdsentiment. Net als Schröder stoffen, Van den Assem Schoenen en de Lijnbaan.
Maar hoe leuk mijn moeder ook is, ze is inmiddels zeventig. En als kind van zeventigjarige ouders weet je, zie je, dat ze geen vijftig meer zijn. iPhone, MacBook en iPad ten spijt: alles gaat in een ander tempo. Ik, lui monster dat ik ben, heb er geen last van. En zij ook niet. Het gaat prima zo. Maar als mijn moeder het in d’r hoofd zou halen om op d’r zeventigste nog president van Amerika te willen worden, zou ik haar niet alleen onterven maar laten opnemen.
Het is niet stoer om op zeventigjarige leeftijd de baas van de wereld te willen worden, alleen om te bewijzen dat het kan, mag, zou moeten en horen. Er zijn dingen waar je je ouders maar ook de rest van de wereld voor moet beschermen. En ja, het is pijnlijk maar er zijn dingen waar niet alleen mannen op een gegeven moment te oud voor zijn, maar ook vrouwen. Ook als ze Hillary Rodham Clinton heten.