Het knobbelzwanenimperium
Het dorp van mijn jeugd werd gekleurd door een paar vaste figuren. Zo was er de dikke basisschooldirecteur die plots van woede kon ontploffen, het gereformeerde gezin met achttien kinderen (als er iets kapot of gestolen was, wist je waar je moest aankloppen) en er was de rattenvanger. Een man van nog geen één meter vijftig die op het jaarlijkse schuurfeest steevast dronken op het podium klom en ‘House of the Rising Sun’ zong. Alles aan hem was bruin als de modder waar hij zijn dagen in doorbracht; zijn haar, zijn ogen, zijn door weer en wind gelooide huid.
Als ik met mijn vrienden door de sloten peddelde en we de rode vlaggen bij de muskusratvallen zagen, voelden we ons veilig, alsof een grotere macht over ons waakte. Zielig voor de diertjes, maar belangrijk voor het land. Hij was ònze rattenvanger. Gelukkig heb ik nooit gezien hoe hij de ratten verdelgde. Thuis had ik een gerbil in een kooitje.
Piet Oostveen, de zwanendrifter van Nieuwerbrug, wordt niet omarmd door zijn gemeenschap. Een zwaan is nu eenmaal mediagenieker dan een rat en wordt niet gezien als plaag. Sterker nog, het is een beschermde diersoort. Ook al heeft de 69-jarige drifter een vergunning, het worstelen van de grote vogels als hij ze de kant op sleept is misselijkmakend om naar te kijken. Hardhandig haakt hij de vleugels in elkaar en schuift ze als opgevouwen pakketjes in zijn achterbak. Officieel worden ze levend als siervogels doorverkocht. Voor maar 250 euro kun je al een koppeltje bij de lokale dierenwinkel kopen.
Er zijn een hoop beroepen die door de publieke opinie zouden worden gehoond als ze in het nieuws kwamen. Ik logeerde eens bij een zuivelboer die een pasgeboren kalf van zijn moeder scheidde. Het gejammer was van zo’n intense triestheid dat ik er week van werd. Ook de abattoir-medewerker of de engerd die de haantjes door de shredder gooit, zal op weinig sympathie kunnen rekenen. Dat EenVandaag de beelden liet zien waarop de zwanendrifter als een levensechte Gargamel filmers tierend te lijf gaat, doet zijn zaak nog minder goed; deze week zijn 122 van zijn dieren in beslag genomen.
Het is duidelijk dat het knobbelzwanenimperium van de bejaarde drifter voorbij is. Piet kan het best zijn lieslaarzen uitdoen. Hij heeft nog wat mooie jaren voor zich. Hij kan nu eindelijk andere talenten ontplooien. Misschien kan Piet ook heel mooi zingen. Daar schijnen mensen wel van te houden.