De laatste deur
Mijn eerste herinnering: ik word wakker en het is doodstil. Ik klim over de rand van mijn ledikant. Ik dwaal door het huis. Er is niemand. Ik open de voordeur. Ook buiten is het uitgestorven. Ik ben de enige op de wereld. De deur slaat achter mij dicht. Ik kijk naar mijn blote voeten en begin te huilen.
De ruwe grindtegels onder mijn kleine voeten, de wereld die zo stil was dat hij gestold leek, de warmte van de middagzon. Ook al hebben mijn ouders hun uiterste best gedaan om mijn jeugd onvergetelijk plezierig te maken, het zijn de details die zich in de krochten van mijn geest hebben vastgezet. En die details laten zich niet kiezen. Soms loop ik over vergelijkbare grindtegels, is er niemand in de buurt en beneemt de stilte me weer de adem. Ogenschijnlijk nietszeggende details zijn ineens van klittenband. Er kleven herinneringen aan.
Die details blijven je hardnekkig bij, tot in je laatste levensjaren aan toe. Zo hebben dementerende bejaarden baat bij opplakdeuren. Dat blijkt uit het project ‘True Doors’ van kunstenaar Marieke van Diepen. Met stickers van hun vroegere voordeur, worden de anders inwisselbare kamerdeuren persoonlijk gemaakt. Sommigen kiezen afbeeldingen van ruitjes met vitrage erachter. Anderen nemen een sticker van een portiekdeur met graffiti erop. Ze vergeten de naam van hun kind en herkennen hun partner niet meer, maar hun oude deur blijkt zich ergens te hebben vastgezet in de grijze massa.
Over een paar decennia is het zo ver. Daar schuifel ik achter mijn rollator over de lange gang. Ik houd halt bij de houten voordeur. Onderaan is de lak gekrast, van alle keren dat ik bedwelmd of gehaast mijn fiets probeerde binnen te zetten en de trapper tegen het hout kwam. Het is de deur van mijn studententijd, die ik opende voor mijn eerste grote liefde, die ik achter hem dichtsmeet, die op een kier stond als ik de hond uitliet, waar vrienden op bonsden en waar ik achter zat te werken. Ik stap naar binnen en sta in de volgende levensfase; een kamertje met links mijn bed, rechts de tv.
‘Mooie deur, mevrouw Tromp,’ zegt de verpleger die me mijn middagprak brengt.
‘Ja, mooie deur,’ zeg ik.
‘Fijne dag nog,’ zegt hij als hij de deur dicht trekt.
Ik hoor hem in het slot vallen. Soms is een deur meer dan een deur. Het is ook de verzegeling van een leven.