De hippies moeten ook eten
Voordat mijn kapper uitstekend kon kleuren en föhnen, was hij een hippie, een echte. Jarenlang woonde hij in Goa en vlocht daar armbandjes voor toeristen. Daarnaast hield hij zich vooral bezig met meditatie, trommelfeestjes en gepickelde groentes. De tribale tatoeages in zijn oorschelp en oksel zijn er nog een herinnering aan. Hij ging in die tijd ook op reis naar andere hippie-oorden. Altijd met zijn zelfgemaakte waar bij de hand, want waar de hippies komen, volgen de toeristen.
„Die stranden van Ibiza waren zalig”, mijmert hij als ik hem over mijn vakantiebestemming vertel. „Er werd daar zoveel geld verdiend. In India kon je voor een paar cent kaftans en sliertrokjes laten maken en in Ibiza verkocht je ze voor het dertigvoudige.” Daarna vraagt hij of ik deze keer wat meer roodtonen in mijn haar wil.
Een week later toog ik met mijn nieuwe haarkleur naar dé hippiemarkt van Ibiza, Las Dalias. Nergens op het eiland zijn er parkeermeters te vinden, maar op de dorre strook langs de weg naar Las Dalias staan er ineens pubers in neon hesjes die wagens laten stoppen en grijnzend een vuile handpalm in de open raampjes duwen.
„Parking. Five euro.”
De stalletjes versierd met glimmertjes en Oriëntaalse lappen lonken al in de verte en gedwee wordt er afgerekend. Vol verwachting lopen we er op af. Of eerder: sluiten we aan in een rij zwetende vakantiegangers die langs de kraampjes schuift. Ik zie niet alleen veel waar uit de sweatshops van India, maar ook de Chinese fabrieksindustrie is goed vertegenwoordigt, getuigen de nep-Raybans en rubberen slippers. Ik denk aan mijn oma, een vrouw van voor de massaconsumptie, die bij het tonen van haar plastic pillendoosje bewonderend zei: „Dit is héél bijzonder, want het komt uit China.”
Ze zitten er wel tussen, de échte hippies, met stukken beschilderd wrakhout en zelfgemaakte handcrèmes. Vermoeid kijken ze de vette, rood verbrande ruggen van de meute na. Iedereen wil een stukje love, peace and happiness kopen. Als slaaf van hun eigen subcultuur zullen de hippies tot het einde van hun dagen verbeten moeten voortvlechten aan nog een armband. Vanachter zijn tafel met leren portemonnees roept een ingeteerde man met een dreadlock tot zijn knieholtes ons geïrriteerd toe: „Don’t make pictures, buy stuff!”
We drinken een waterig sapje voor de prijs van een cocktail. Ergens had ik gehoopt dat authenticiteit goedkoper zou zijn, maar ik neem het niemand kwalijk. Ook hippies moeten eten.