De klier en de boterham
Ik wist niet eens waar mijn schildklier zat tot hij te traag begon te werken. Wekenlang was ik moe en neerslachtig. Ik had dan ook niet zo’n lekker jaar tot nu toe en natuurlijk was er de stress. Ook duistere dagen waren me niet onbekend, maar het had nooit eerder weken geduurd. Ik leefde van dutje naar bedtijd en de uren ertussen telde ik af.
„Een kwart van de volwassen vrouwen heeft iets aan haar schildklier”, zei de huisarts opgeruimd zakelijk. Moedeloos zat ik tegenover hem. Ik dacht aan al mijn getroebleerde kunstenaarsvrienden en vroeg me af of ze niet gewoon eens wat bloed moesten laten prikken in plaats van de wekelijkse gang naar hun therapeuten te maken.
„Zo, slome klier”, zei ik en ik aaide het kuiltje onderaan mijn hals waar dat trage kwabje zich schijnt te bevinden. Ik las me in over dit manusje van alles. In elk papje had de schildklier een vinger. Van haargroei tot hartslag, van vermoeidheid tot geestelijke gezondheid. Het was een kieskeurig beestje dat erg op jodium gesteld schijnt te zijn.
Hoewel ik vaak lacherig doe over eettrends, ben ik er toch gevoelig voor. Ik schud het chiazaad toch maar door mijn sojayoghurt. Wie weet wat ik anders tekort kom. Sinds brood het symbool werd voor dikke buiken en darmontstekingen, at ook ik het nauwelijks meer. Of als het dan moest, kocht ik een brok zuurdesem dat ook goed als baksteen gebruikt zou kunnen worden en niet verplicht wordt gebakken met broodverbeteraars (lees: jodiumzout). Dat ik gezond groot geworden ben op een jarenlang dieet van supermarkt bruin met chocopasta (de duivel met de duivel!) zal door alle spinaziesapdrinkers dan ook een wonder genoemd worden.
Het tafelzout in mijn keukenkastje is allang verruild voor roze Himalayazout. Laatst las ik in een artikel dat die heilzame kleur van roest kwam en de hoeveelheden goede stoffen erin zo gering zijn als een hap stof, maar toen had ik net twee kilomolens ingeslagen. En ook met zuivel ben ik zuinig (de duivel zit in de zuivel!) Alles zo bezien, geef ik toe dat ik vrijwel jodiumloos door het leven ga.
In de supermarkt kocht ik vorige week een halfje bruin en een blok kaas. Sindsdien heb ik geen dutje meer gedaan. Misschien is het een placebo, maar het bevalt me goed, die nieuwe hype. Bruine boterham met kaas, ik denk dat het de toekomst heeft.