Het kankermutsje
Aan het voeteneind van mijn moeders bed staat de pruik al klaar op de witte kop met het zelfgenoegzame bekkie. Met haar getuite lippen en tevreden gesloten ogen is de poppenkop de stille getuige van elk dutje dat mijn moeder doet, elke maaltijd die ze in bed eet, elke nacht die ze piekerend wakker ligt. Van de verkoper mochten we het ding geen pruik noemen.
„Het is een háárwerk”, zei de vrouw ernstig terwijl ze de Elizabeth in een doosje legde.
Ik vroeg me af wat het verschil is tussen een haarwerk en een pruik, behalve de prijs. Samen met bruidsjurken staat de prijs van een haarwerk niet in verhouding tot wat je ervoor krijgt (een hoedje van nephaar). Bij grote levenswendingen wordt klaarblijkelijk een grote winstmarge gehanteerd.
We hadden er een dagje van gemaakt. Koffie bij de oudtantes, boodschapjes bij de V&D en toen naar de kapperszaak. De verkoopster keek mijn moeder via de spiegel van het achterafkamertje aan.
„Vertel eens wat ik voor u kan doen”, zei de vrouw invoelend.
„Nou, ik word kaal, hè”, zei mijn moeder.
„En wanneer begint de…” De verkoopster pauzeerde even. Zei er toen zacht achteraan: „De chemo?”
Er is een dunne scheidslijn tussen medeleven en medelijden. Er waren vast klanten die het zalig vonden om zielig gevonden te worden, maar ik zag dat mijn moeder er niet een van was.
„Binnenkort”, zei ze en ze wees toen kordaat naar een van de modellen op de plank. „Laten we die maar passen.”
In een half uur tijd zag ik mijn moeder transformeren van Rachel Hazes naar Annie Lennox, leerde ik dat de vrouwen in onze familie grote hoofden en grote oren hebben en dat een matje als tijdloos kapsel wordt beschouwd in de pruikenwereld. We kozen een donkerblond model met lokken die de oren bedekken. De mat kon nog bijgeknipt worden.
„Wilt u ook mutsjes passen?” De verkoopster was op stoom. „U kunt er een sjaal omheen knopen. Dat is echt héél leuk.” Ze sjorde een groen model op mijn moeders hoofd, waardoor ze eruit zag als een kabouter. Waarom dragen kale vrouwen toch geen normale mutsen? Of gleufhoeden? Waarom toch altijd zo’n wikkelding, waardoor iedereen weet dat ze ziek zijn. Geen weldenkend, gezond mens zal het ooit op zijn kop zetten. Mijn moeder staarde ongelukkig in de spiegel.
„Ik vind dit een kankermutsje”, zei ze.
En daar was ik het mee eens.