Teveel vazen
Ik vond altijd dat mijn moeder teveel vazen had, tot ze borstkanker kreeg. Nu komt haar verzamelwoede goed van pas. Overal staan uitbundige bossen in huis. Op de bijzettafels, in het raamkozijn, naast haar bed. Alle vazen zijn vol. Vrienden vragen of ze langs mogen komen.
"Breng alsjeblieft geen bloemen mee", zeggen we ze.
De bonbons die mijn moeder dan maar cadeau krijgt worden heimelijk opgevroten door mij. Zij wil geen suiker want is bang dat het slecht voor haar is en ik zoek iets om de angst mee te dempen. Eten helpt. Veel eten helpt nog meer.
Ze ligt al vier weken op bed. Eerst de griep, toen de operatie en nu de geïnfecteerde wond. We kijken samen De Wereld Draait Door op bed en weten dat het ergste nog moet komen.
"Bereid je voor op een zware tijd", zei de kankercoach in het ziekenhuis.
Hoe we dat moeten doen, dat voorbereiden, heeft ze niet uitgelegd. Als er een watersnoodramp zou dreigen, ja, dan zou ik weten wat ik moet doen. Zandzakken stapelen. Al het duurs op zolder. Ramen barricaderen. Maar nu heb ik geen idee.
Mensen vragen me hoe het gaat en ik krijg het nauwelijks uitgelegd. Soms hoor ik mezelf een cliché stamelen. "Het is onwerkelijk" of "ze verdient het niet", maar het dekt de lading niet. Tot nu toe heb ik de juiste woorden nog niet gevonden. Niet om te vangen wat ik voel, niet om treffend te troosten.
Tot nu toe betekent de kanker vooral veel wachten. Wachten op scans, op kweekjes en dokters.
We eten samen. We kibbelen over het inruimen van de vaatwasser. We roddelen over mijn ex-vriendjes. We doen alles zo veel mogelijk als vanouds en toch is het anders. Ons samenzijn is tijdverdrijf geworden. We wachten af. Tot het erger wordt. Tot het weer beter gaat. Tot het verdwenen is.
Aan mijn moeders voeteneind staan chrysanten die verwelken. Ik wil ze weggooien.
"Haal de rotte er maar uit", zegt ze. "Daar fleurt de rest van op."
Ik haal de beschimmelde stelen uit de bos, spoel de vaas om en vul hem met vers water. Ik vraag me af wanneer de bloemenstroom ophoudt, wanneer de vazen weer terug de kast in kunnen. Ik zet de uitgedunde bos terug op zijn plek. Mijn moeder kijkt toe hoe ik het nog wat herschik.
"Je zult zien dat de rest het nu veel langer uithoudt", zegt ze.