Elfie Tromp
Elfie Tromp Opinie 11 mrt 2015
Leestijd: 2 minuten

Pli-pla-plasje

Het was wandelweer en ik liep wat langs de singel. Ik dacht aan de wolf die nu door Drenthe drentelt. De afgelopen dagen liep hij langs de Action in Hoogezand en rende door een woonwijk in Groningen. Ja, die wolf kwam langs de mooiste plekjes van Nederland. Ik vroeg me af hoe zo’n beest zijn route kiest. Volgt hij ook het aardmagnetisch veld, zoals vogels? Zelf sloeg ik linksaf omdat ik er zin in had, niet omdat ik er echt iets te zoeken had. Een jongetje van hooguit acht jaar trok ongeduldig aan de riem van zijn schapendoes.

„Toe dan”, moedigde hij het dier op luide toon aan. „Doe maar een po-epje!”

Hij zei niet ’poepje,’ maar trok de ’oe’ uit elkaar. Het draaien van een drol klonk ineens speels. Waarschijnlijk had hij het zo van zijn moeder geleerd. Zo’n vrouw met een jaren vijftig-moraal, die ’chips’ zegt in plaats van ’shit’. Ik weet nog dat ik als jong meisje het woord ’fuckaduck’ had gehoord op tv. Mijn moeder vond het hilarisch als ik het zei, maar toen mijn buurmeisje het hoorde, stak ze een waarschuwend vingertje in de lucht.

„Schelden mag niet”, zei ze. „Scheldwoorden zijn slechte woorden.” Dat was de eerste keer dat ik leerde choqueren en ik heb het nooit meer afgeleerd. Maandenlang was het ’fuckaduck’ voor en ’fuckaduck’ na, tot zelfs mijn moeder het beu was.

Het dier trok zich ondertussen weinig aan van zijn jonge baas. Hij snuffelde wat aan een boomstam. Hij snuffelde wat aan de stoep. „Kom op, Vlokkie”, zei de jongen. „Doe nou een pli-pla-plasje.” Naast hem stond een meisje van dezelfde leeftijd. Moedeloos keek ze naar het dier en toen weer naar haar vriendje. „Hij doet ’t niet”, zei ze. „Wacht nou even”, zei de jongen ongeduldig.

„Ik ga bij Lisa spelen", zei het meisje.

Ze liet haar vriendje beteuterd achter bij de hond, die inmiddels geïnteresseerd aan een meeuwenflats rook. Eindelijk tilde het dier zijn poot op en besprenkelde het fietsenrek. Het gezicht van de jongen klaarde op. Vlokkie mocht weer thuis ingeleverd worden. Op een drafje trok hij de hond achter zich aan.

Een beetje wolf loopt zo’n 200 kilometer per dag. Ik was na twintig minuten wel uitgewandeld en keerde huiswaarts voor de lunch. Maar de wolf, nee, die was nog lang niet uitgelopen.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.