Acda en de Munnik
Hoeveel vrouwen kunnen navertellen dat ze, zittend op de vleugel van Paul de Munnik toegezongen werden door beide heren, weet ik niet. Maar dat ik, samen met een fotograaf en stagiaire annex cameravrouw de tijd van mijn leven had, weet ik wél. Wat. Een. Geweldige. Dag. Eenmaal thuis op de bank piepte de telefoon. Een sms: „Op wie ben jij? Ik denk dat ik op Paul ben”. De fotograaf. Kort erop een tweede sms: „Ebru, ik hoop dat ik nog vaak met je mee mag om te filmen.” De stagiaire annex cameravrouw. Daarna nóg een sms: Thomas Acda. „Wat leuk dat jullie er waren, we waren misschien wel een beetje moeilijk sorry daarvoor.” Ik liet hem weten dat ik net twee sms’jes van uitzinnige vrouwen had gekregen dus really, waar had ‘ie het over? Megadank voor de gastvrijheid, hopelijk tot een volgende keer! Dat is Thomas: hij denkt over alles na en concludeert dan ten onrechte dat het anders, beter, aardiger – vul maar in – had gekund.
Maar dan die vraag: op wie ben ik? Er is niemand in Nederland die zulke mooie teksten kan schrijven als Paul de Munnik en ze ook nog eens onwaarschijnlijk raak kan vertolken. Ademloos. Een zweepslag, bij de eerste aanraking van de piano. Een akkoord als alle andere verandert in een achtbaan aan emoties als Paul de Munnik met zijn vingertoppen de piano kust. Oh Paul… Maar Thomas! Ah, Thomas! Ik hou van Thomas! Thomas is iemand die bij ons eerste gesprek wild om zich heen sloeg vanwege één opmerking van mij: „Wat een heerlijk depressieve teksten staan er op die cd!” Of ik wel begreep dat die teksten helemaal niet depressief waren? En hoe heet ik dan wel niet, EproeOeproehuproe, dat is toch geen naam en nee, hij was niet depressief!
Wat ik adoreer aan Acda en de Munnik en in dit geval net iets meer aan Acda dan aan De Munnik is de manier hoe hij naar de werkelijkheid kijkt. Dat is de mijne! Helemaal niet depressief, maar best vermoeiend voor je omgeving, zo anders. Toen Thomas uitviel ging ik ook niet in de verdediging, ik moest erom lachen. Ik zou net zo gereageerd hebben. Na dat interview zocht Thomas me op op internet. En stuurde me een sms: „Hey, jij bent leuk!” Volksstammen krijgen via internet juist hun vooroordeel bevestigd dat ik niet spoor. Maar Thomas Acda komt weer eens tot een geheel andere conclusie.
Gisteravond mocht ik in Carré het laatste concert van Thomas Acda en Paul de Munnik meemaken. Op wie ik ben, weet ik nog steeds niet. Maar dat het luisteren naar hun muziek, hun teksten, voor de rest van mijn leven herinneringen zal oproepen, weet ik wel.