De aandachtstrekker overhalen
Vorige week was niet alleen de week van de aanslag op Charlie Hebdo in naam van Al-Qaida Jemen. Niet alleen de week waarin vijf mensen in een Joodse supermarkt werden neergemaaid door een IS-volgeling. Het was ook de week dat drie meisjes zich met een bomgordel opbliezen op een markt in Potiskum, Nigeria, in opdracht van Boko Haram.
Ik roep 2015 bij deze uit tot het jaar van de moslimextremist. Het ongeloof van velen over de gijzelingen in Frankrijk vond ik ik naïef. Het was geen kwestie of, maar wanneer een terroristische aanslag bij ons zou plaatsvinden. De wereld is kleiner en onrustiger dan ooit. Misstanden in verre oorden worden nu hier gewroken. Sinds de treinbommen in Madrid in 2004 zat ik er op te wachten en toch schrok ook ik.
Burgemeesters en opiniemakers riepen op om vreedzaam te protesteren. Om eensgezind de vrijheid van meningsuiting te verdedigen. Het klonk mooi, maar veel meer dan samen buiten vernikkelen in een stille tocht of het retweeten van sterke oneliners behelsde het niet. Als dat sommigen hielp om de angst te sussen, dan is dat mooi, want bange mensen doen domme dingen. Zoals die man die bier gooide over moslima’s in de trein. Er zijn ook genoeg gekken zonder geloof. Wat als hìj een mitrailleur had gehad? Hoeveel artikelen, essays en columns ik ook las over de gruweldaden, mijn onrust verdween niet. Gekken willen de wereld veranderen en hun vinger ligt al op de aandachtstrekker. Een schot heeft meer effect dan een gebed.
De dag na de gijzelingen deed ik boodschappen. Ik had trek in chocolade, gevaarlijke wereld of niet. Een vrouw in niqaab gleed als een zwarte schaduw langs de schappen. Haar bleke man met gehaakte pet en scharrige baard pakte een tube ketchup. Eerst vond ik het een provocatie dat ze er juist nu zo uitgedost bijliepen. Doe dat nou niet, wilde ik zeggen. Hoe vroom ze ook mochten zijn, hun religieuze outfits deden me aan nare dingen denken. In hun wagentje, tussen de prei en pindakaaspotten, zaten twee kleine meisjes. De een vlocht het haar van de ander. En toen dacht ik: juist nu. Laat zien dat geloof niet gelijk staat aan een granaatwerper. Dat we niet allemaal hetzelfde moeten zijn. Dat nuance belangrijk is. Dat een moslimextremist misschien een moslim is, maar een moslim nog niet automatisch een extremist. Dat wilde ik tegen ze zeggen, maar ik durfde het helaas niet.