Bussemaker geniet op WorldSkills van vakmanschap
Vakmanschap is meesterschap en dat gezegde heeft minister Jet Bussemaker van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) onlangs weer eens van stal gehaald. Ze stelde 25 miljoen euro beschikbaar voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), voor een periode van vier jaar.
Water uit de kraan
,,De meester- en gezeltitel moeten weer worden ingevoerd bij de ambachtelijke vakken”, zo is Bussenmakers mening, ,,want veel mensen vinden het maar vanzelfsprekend dat er water uit de kraan komt.” De minister vindt vakmanschap onmisbaar.
Lees ook: Record aantal jonge Hollanders op WK beroepen
Een flink deel van die 25 miljoen euro wordt besteed aan vakwedstrijden. Op dit moment zijn jonge Nederlands kampioenen in tal van beroepen tot en met zondag bezig aan WorldSkills 2015 in Săo Paulo in Brazilië, het WK voor beroepen. Minister Bussemaker maakte er een ronde over de wedstrijdvloer. Op die vloer gebeurt voor duizenden toeschouwers van alles, van het aanleggen van een tuin tot het bestuurbaar maken van een robot, van het maken van een etalage tot het opsporen van een storing in een auto.
Hier zie je minister Bussemaker tijdens haar WorldSkillsronde:
U heeft de deelnemers voor de WorldSkills een hart onder de riem gestoken hѐ?
Jet Bussemaker: Ja, ik heb ze allemaal een brief geschreven om ze heel veel succes te wensen en om te laten zien dat ik zeer betrokken ben.
Wat zou U ze op deze plek nog willen zeggen?
Ik zou zeggen: Ga er voor! Jullie kunnen het, want dat heb je al eerder laten zien. En deel je ervaringen vooral met anderen, zodat niet alleen jij kan profiteren maar ook al je medestudenten.
Kei- en keihard werken
Wat ziet U tijdens zo’n rondgang langs de verschillende wedstrijden?
Dat WorldSkills erg indrukwekkend is. Ik ben ook bij de vorige editie in 2013 in Leipzig in Duitsland geweest, maar dit is al weer zoveel groter. Ik zie allemaal zeer gepassioneerde mensen die helemaal in hun eigen opdracht zitten en kei- en keihard werken om het zo goed mogelijk te doen.
Waarom is het voor U belangrijk om in Săo Paulo aanwezig te zijn?
Ik vind het belangrijk om te laten zien en door te geven wat het mbo allemaal voor kansen biedt, wat voor nieuwe opleidingen en uitdagingen er zijn. Zo heb ik net een hele gewikkelde opdracht bij het onderdeel mechatronica gezien (daarbij werken een werktuigbouwkundige en een elektrotechnicus samen, red.). Dat is mooi, want ik wil meer excellentieprogramma’s in het mbo. Daarbij krijg je meer aangeboden dan tijdens een reguliere opleiding. WorldSkills is een van de vormen, een zeer interessante bovendien.
Jet Bussemaker liet zich in Brazilie bijpraten door de Hollandse delegatie:
U raadt beroepenwedstrijden aan mbo-leerlingen dus van harte aan?
Zeker. Ik zeg altijd: Denk heel goed na over wat je later in je leven wilt doen en grijp daarbij de kansen die er zijn om je te kunnen onderscheiden. Je leert veel van zo’n vakwedstrijd, ook in een internationale context. Je leert collega’s kennen uit andere landen. Volgens mij stimuleert je dat op weg naar je toekomst. Mag je naar WorldSkills? Dat is een kans uit duizenden.
Niet ouderwets
Hoe belangrijk is vakmanschap nu en in de toekomst in ons land?
Het wordt alleen maar belangrijker. Mensen denken soms dat vakmanschap er niet meer toe doet, dat het iets ouderwets is. Dat het iets is van oude loodgieters en werknemers in garages, maar dat is al lang niet meer zo. Vakmanschap is ook mechatronica, zoals ik net noemde. Het is multimedia-design, het is ook gezondheidszorg. Zonder vakmanschap zijn we nergens.
En hoe staan we er wat betreft dat vakmanschap dan voor?
Goed. Ik heb hier in Săo Paulo ook aan een panel meegedaan met Brazilië, Rusland en Zuid-Korea. Als je ziet wat de uitdagingen van die landen nog zijn en die van ons, dan zie je dat we er heel goed voor staan. Nederland is goed in samenwerken, goed in creativiteit en we houden van uitdagingen.
Minister Bussemaker sprak op WorldSkills ook graphic design-exper (jurylid) Nick Lumatalale, docent grafische vormgeving op het Deltion College in Zwolle; links Ewald van Vliet, voorzitter Stichting Skills Netherlands:
Tijd moet rijp zijn
Bent U trots om hier in Brazilië zo veel jonge Nederlandse vaklui te zien?
Ja, het enthousiasme dat ik hier aantref maakt me wel trots.
Wordt het dan niet eens tijd voor WorldSkills in Nederland?
Misschien ooit, maar over dergelijke grote evenementen moet je heel goed nadenken. We hebben veel discussies over Olympische Spelen gehad, de tijd moet daar rijp voor zijn en het bedrijfsleven volledige gecommitteerd. Ik heb begrepen dat het bedrijfsleven in Brazilië bijvoorbeeld voor alle apparaten op WorldSkills heeft moeten zorgen. Ik heb voor het mbo nu een excellentieprogramma van vier jaar in het leven geroepen. Daarvan wil ik eerst leren en kijken wat het oplevert.