Israël moet van hoogste VN-hof het offensief in Rafah staken
Israël moet van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) het offensief in Rafah onmiddellijk beëindigen. Ook moet het land meer doen om de inwoners van het Palestijnse gebied te beschermen. Het hoogste hof van de VN heeft dat geoordeeld in een zaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen. Israël had van tevoren al gezegd zich niets van de uitspraak aan te trekken.
De situatie in Rafah is op dit moment „rampzalig”, zei het in het Vredespaleis in Den Haag gevestigde hof in een tussenuitspraak. De humanitaire situatie in de stad is nijpend. Honderdduizenden mensen zijn geëvacueerd of op de vlucht geslagen. De plek waar ze naartoe gaan is bovendien ook niet veilig genoeg.
Het hof, concludeerde verder dat de grensovergang bij Rafah heropend moet worden. Die was voor de oorlog de belangrijkste doorgangspost voor hulpgoederen, waar momenteel een groot tekort aan is in heel Gaza. Het hof is er ook niet van overtuigd dat Israël genoeg doet om om evacués uit Rafah te beschermen. Het land heeft opdracht gekregen om binnen een maand verslag uit te brengen van de maatregelen die getroffen worden.
Operatie
Israël zegt dat de operatie in Rafah noodzakelijk is om Hamas te verslaan. Om die reden stelde het land genoodzaakt te zijn om door te vechten, ongeacht het oordeel van het hof. Het hof heeft geen middelen om naleving af te dwingen.
Het ICJ doet een tussenuitspraak omdat de hele zaak rond een mogelijke schending van het genocideverdrag door Israël jaren gaat duren. Dit soort tussenuitspraken dient om te voorkomen dat in de tussentijd grote en onherstelbare schade wordt berokkend aan de bevolking. Egypte had zich bij de Zuid-Afrikaanse zaak aangesloten.
Er wordt ook onderzoek gedaan naar de oorlog in Gaza bij het Internationaal Strafhof. Dat is een apart hof dat eveneens in Den Haag gevestigd is.
ANP