Moord op Japanse oud-premier Shinzo Abe mogelijk verband met moonsekte
De moeder van de man die de Japanse oud-premier Shinzo Abe heeft vermoord, is lid van de Verenigingskerk. Deze religieuze beweging kennen velen ook wel als de Moonsekte. De kerk heeft dat nieuws zelf gedeeld, nadat de politie eerder bekendmaakte dat de dader wrok koesterde tegen een organisatie waarvan hij dacht dat Abe eraan verbonden was.
De politie meldde daarbij de naam van de organisatie niet, maar volgens lokale media ging het om een religieuze instelling. De moeder van de verdachte zou daar namelijk veel geld naar hebben overgemaakt, waardoor het gezin in financiële nood was terechtgekomen.
Moonsekte
De Verenigingskerk laat nu weten dat de moeder van de verdachte eens per maand naar de kerk ging. Informatie over mogelijke donaties die de moeder aan de kerk zou hebben gedaan, deelde de kerk niet.
Wel laat de leider van de kerk in Japan weten dat sommige mensen grote bedragen naar de kerk overmaken en zegt daarvoor dankbaar te zijn. Ook meldt Tomihiro Tanaka dat de moeder van de 41-jarige verdachte in 1998 lid werd van de kerk. In 2002 zou ze volgens hem in de financiële problemen zijn gekomen. Wat daaraan ten grondslag lag, is hem niet bekend.
Oud-premier Shinzo Abe
Volgens Tanaka heeft oud-premier Abe in het verleden weleens zijn steun uitgesproken voor de Verenigingskerk, maar is hij nooit lid geweest. De kerk is bekend door de massale huwelijkssluitingen. Ze werd halverwege de vorige eeuw gesticht door de Koreaanse dominee Sun Myung-moon, die zichzelf zag als erfgenaam van Jezus. De leden worden ook wel ‘moonies’ genoemd.
Abe werd vrijdag tijdens een toespraak doodgeschoten in de stad Nara. Vandaag wordt er voor hem een wake gehouden en morgen is de uitvaart. Ondanks de politieke moord zijn Japanners gisteren naar de stembus gegaan. Volgens de peilingen kan de Liberaal-Democratische Partij van premier Fumio Kishida rekenen op een duidelijke overwinning, net als coalitiepartner Komeito.
Vertrek Boris Johnson nu definitief: ‘Sommige mensen zullen opgelucht zijn’