Denemarken wil 15 miljoen gedode nertsen weer opgraven
De regering van Denemarken denkt erover om de miljoenen gedode nertsen weer op te graven uit angst dat het drinkwater vervuild raakt. Begin deze maand werden alle nertsen in het land geruimd omdat er een mutatie van het coronavirus bij de dieren was ontdekt.
Het plan is om de dieren weer op te graven en vervolgens te verbranden. De Deense minister van Landbouw, Rasmus Prehn, zei op televisie dat de vrees bestaat dat door het afbraakproces van de dode dieren grote hoeveelheden fosfor en stikstof in de bodem terecht kunnen komen. Dat zou voor vervuiling van het drink- en zwemwater kunnen zorgen.
Dat er veel gassen vrijkomen bij de afbraak van de dode dieren bleek eerder deze week al toen de begraven nertsen uit hun graf ‘herrezen’. De gassen die vrijkwamen, zorgde ervoor dat een deel van de dode dieren weer omhoogkwamen uit de massagraven omdat ze waren begraven onder een dunne laag kalk en zanderige aarde.
Toestemming voor opgraven
De minister van Landbouw benadrukte wel dat er voor een opgraving de goedkeuring van de milieu-autoriteiten is vereist. Het idee is al besproken in het parlement, waar het wordt gesteund door een meerderheid. Er wordt nu bekeken of het opgraven en verbranden van de kadavers de juiste aanpak is.
Uit angst dat het gemuteerde coronavirus zich zou verspreiden onder mensen, werden er deze maand ruim 15 miljoen nertsen afgemaakt in Denemarken. Het zogenaamde cluster 5-virus werd in 216 nertsenfokkerijen in het land gevonden. Zeker tweehonderd mensen raakten besmet via de nertsen, dus met het gemuteerde virus.
Virus niet in Nederland gevonden
In Nederland, waar de pelsdiersector een stuk kleiner is dan in Denemarken, worden besmette bedrijven ook geruimd. De kadavers gaan daarna echter naar het destructiebedrijf Rendac in Son, waar ze worden verbrand en niet begraven. Dat laat een woordvoerster van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit weten. Overigens is het gemuteerde virus in ons land niet bij nertsen aangetroffen.