Goed nieuws voor treinreizigers: kaartjes mogelijk iets minder duur
Eerder dit jaar kwam de NS met een bittere pil voor treinreizigers: de treinkaartjes zouden flink duurder worden. Maar mogelijk gaat de prijs tóch minder hard stijgen. Na onderhandelingen tussen de NS, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het kabinet ligt nu een compromis op tafel, bevestigen bronnen rond die onderhandelingen na berichtgeving door het AD.
De treinkaartjes worden in het compromis 6 procent duurder in 2025. Dat is nog altijd een forse prijsstijging, maar zonder nieuwe afspraken zou de prijs met bijna 12 procent omhoog gaan.
Overigens moet de afspraak standhouden binnen de regeringscoalitie en dat is nog geen gelopen race. De coalitiepartijen zijn kritisch tegenover de NS. Het is dan ook nog de vraag hoe het plan in de fracties zal landen.
Overheid draagt bij aan verlaging van prijsstijging kaartjes
In het compromis draagt de overheid volgend jaar zo’n 40 miljoen euro bij om de prijsstijging te verlagen. De NS zelf moet dan ook 40 miljoen euro bijdragen uit de eigen middelen. Reizigers krijgen daarmee nog steeds een deel van de rekening. De 6 procent waarover wordt gesproken is wel inclusief inflatiecorrectie.
NS al langer in zwaar weer
Het spoorwegbedrijf heeft al sinds de coronatijd moeite het hoofd boven water te houden. Door de pandemie nam het aantal reizigers fors af, maar het kwam daarna niet meer op het oude niveau. De kosten namen intussen wel verder toe, onder meer door gestegen loonkosten.
Staatssecretaris Chris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) schreef afgelopen vrijdag al aan de Tweede Kamer dat hij werkt aan een structurele oplossing om tariefstijgingen te dempen. Hier kan de bewindsman op Prinsjesdag meer over vertellen. Jansen wil voorkomen dat hij weer met een eenmalige oplossing komt, want daardoor blijft voor reizigers een ‘ongewenste onzekerheid’ in de markt hangen voor de tarieven in de jaren erna.
Staatssecretaris denkt na over opties
De staatssecretaris heeft een aantal opties op een rij gezet om de ticketprijzen minder te laten stijgen, zonder daar al een besluit over te nemen. De eerste optie die hij noemt, is dat het kabinet jaarlijks de portemonnee trekt om het gat te dichten waarvoor de NS de hogere ticketprijzen nodig vindt. Dat heeft een prijskaartje van 124 miljoen euro.
De bewindsman noemt ook de optie om met de NS afspraken te maken om efficiënter te werken. Ook ziet hij mogelijkheden om te werken met een ‘gedifferentieerd tariefstelsel’. Dat houdt in dat de ticketprijzen op drukke momenten extra duur zijn. Hier is de Tweede Kamer alleen niet enthousiast over.
Eerder wilde de NS een spitsheffing in gaan voeren (en kreeg daar felle kritiek op), maar het spoorwegbedrijf werd vorig jaar teruggefloten door de toenmalig staatssecretaris.
Elke dag even in de zon doet meer voor je dan alleen een goed humeur
Camera in de auto tijdens De Rijles: van ‘Oh my God, ik wil dit niet’ tot openhartig drugsverhaal