Wet betaalbare huur: wanneer gaat die in en waarom klinkt er kritiek?
Het kan je niet ontgaan zijn dat we kampen met een woonprobleem. Zowel de prijzen van koop- als huurwoningen rijzen de pan uit en er zijn gewoon te weinig huizen. Vanaf 1 juli kan de Wet betaalbare huur van Woonminister Hugo de Jonge gelden. Maar wat houdt dat ook alweer precies in? En waarom klinkt er protest?
De woningmarkt is overspannen. Eerder concludeerde De Correspondent dat twintigers en dertigers in deze tijd niet meer zomaar een huis kunnen kopen, tenzij ze rijke ouders hebben. En ook de krapte op de huurmarkt is voor een hoop mensen voelbaar.
Verhuurders profiteerden van krapte woningmarkt
Verhuurders in de vrije sector profiteerden de afgelopen jaren van de krapte op de woningmarkt en vragen regelmatig te veel huur. Dat kaartte onderzoeksplatform Follow the Money ook aan en dat terwijl huurders tegenwoordig via de huurcommissie huurverlaging kunnen afdwingen. Ook besloot de Tweede Kamer dat tijdelijke huurcontracten van de baan zijn in de huursector, op een paar uitzonderingen na dan.
Wat is de Wet betaalbare huur?
De Jonge is dus de initiatiefnemer van de Wet betaalbare huur. Een wet waar beleggers en verhuurders van gaan steigeren. Het idee van de wet is dat de huurprijzen in de vrije sector een maximum krijgen. Vragen verhuurders te veel huur voor wat een woning waard is, hangt hen een boete van 22.500 tot 90.000 euro boven het hoofd. Het ministerie schat dat op die manier alle sociale- en middenhuurwoningen een huurprijs van minder dan 1000 euro per maand zullen hebben.
De huurprijs wordt straks bepaald op basis van een woningwaarderingsstelsel, oftewel een puntensysteem. Waarin oppervlakte, de WOZ-waarde en het energielabel worden meegewogen. De wet is sinds 25 april door de Tweede Kamer heen en moet nog worden aangenomen door de Eerste Kamer. Het streven is dat de wet per 1 juli gaat gelden.
Protest vanuit vastgoedhandelaren
Maar die Wet betaalbare huur heeft ook een ander effect, waar al veel makelaars en vastgoedkenners voor waarschuwden. Door de wet voelen verhuurders zich gedwongen om hun vastgoed te verkopen. Stichting Fair Huur deed namelijk onderzoek onder vastgoedhandelaren. Door de wet zou het verhuren van betaalbare woonruimtes niet meer rendabel zijn. En dit zou betekenen dat de huurmarkt, door de verkoop van particuliere huurwoningen, krap blijft.
Stichting Fair Huur deed hun onderzoek onder ruim 150 leden die samen goed zijn voor 6 miljard euro aan vastgoed in Nederland. Voor hen zou ruim 60 procent van hun vastgoed in grote steden als Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, niet meer genoeg opleveren. 83 procent van de verhuurders overweegt hun vastgoed te verkopen als de wet wordt aangenomen.
Huurwoningen verkopen
Voorzitter Toon Mans vreest voor het puntensysteem rondom de wet. Een systeem dat volgens hem ingewikkeld en oneerlijk is. „Een woning die de verhuurder bijvoorbeeld 1500 euro per maand kost, mag hij door het nieuwe puntensysteem van minister De Jonge maar verhuren voor 1100 euro. Dan moet je als vastgoedbeheerder dus geld bijleggen.”
Volgens de Woonbond voor zorgt deze wet ervoor dat woningen een redelijke huurprijs hebben die past bij de kwaliteit. „Iedere verhuurder die zich daartegen keert, laat merken dat diegene woekerhuren wil blijven vragen voor woningen die dat niet waard zijn. Voor de volkshuisvesting is het allesbehalve een ramp als kortetermijnbeleggers hun heil ergens anders zoeken om rendement te maken”, meldt een woordvoerder van de Woonbond.
Negatieve BKR-registratie na aflossen schulden blijft mogelijk minder lang staan, zo zit het
Hoe zit het ook alweer en waar stem je op? Vier vragen en antwoorden over de Europese verkiezingen