Lale Gül: ‘Er zal nooit meer een tweede Lale opstaan’
Lale Gül schreef Ik ben vrij, de opvolger van de bestseller Ik ga leven (2021). In haar nieuwe boek beschrijft de Turks-Nederlandse afvallige moslima hoe zij na haar debuutroman werd verketterd en bedreigd door haar voormalige geloofsgenoten en hoe zij haar leven poogt op te pakken. „Er zal nooit een tweede Lale Gül opstaan. Wie durft dat nog?”, zegt ze tegen Metro.
Haatmail, het woord is zo compleet ingeburgerd in de Nederlandse taal dat het gebruik ervan inmiddels achteloos, sleets en afgestompt is. Om die reden geeft Lale Gül op de binnenflap van haar nieuwe autobiografische roman Ik ben vrij een bescheiden proeve van de verwensingen die de jonge Turks-Nederlandse auteur (26) de afgelopen jaren naar haar hoofd geslingerd kreeg.
Niet om medelijden op te wekken – Lale Gül is een eigenzinnige, moedige en sterke vrouw – wel om de lezer wakker te schudden en hem een verbijsterend inkijkje te gunnen in de Nederlandse verhoudingen en omgangsvormen anno 2024.
Een selectie: ‘Verander je naam smerige kk hoerr schande voor alle Turken’, ‘Ik hoop oprecht dat je verkracht word en dat je moeder kanker krijgt voor zo’n kut kind op te voeden’. En: ‘Ik hoop maar dan ook echt dat ik jou ergens oooooooit tegen kom’ – het beroerde Nederlands komt voor rekening van de (anonieme) briefschrijvers.
Ogen vol bloeddorst en haat
Lale Gül heeft er, treurig genoeg, mee leren leven. Maar wennen, zegt ze, doet het nooit. „Ik heb tegenover twee bedreigers in twee verschillende rechtszaken gestaan. Die hadden het in de ogen van justitie te bont gemaakt. De grote rest komt er mee weg. Een van hen had mij op twaalf verschillende accounts bedreigd en een clipje gemaakt waarin ik werd onthoofd.
Ik keek hem op een bepaald moment in de rechtszaal in de ogen. Die waren van bloeddorst en haat vervuld. Ik zag dat hij mij m’n strot zou afsnijden als hij de kans kreeg. Hij betoonde geen enkele spijt en kreeg twaalf maanden gevangenisstraf. Maar zo’n type komt ook weer vrij, hè?”
Het heeft Lale Gül er niet van weerhouden na het succes van haar eersteling Ik ga leven – het boek beleeft zijn 23ste druk – een indringend vervolg te geven. Daarin noteert ze hoe compleet anders haar wereld eruit zag na de publicatie van haar debuut. De definitieve breuk met haar streng islamitische familie, de dagelijkse onwelriekende mestkar aan bedreigingen, de angst gewoon over straat te kunnen gaan, de therapie om haar turbulente bestaan aan te kunnen en haar nieuwe leven vorm te geven.
Lale Gül: „Ik leid het leven waartoe ook kritische filmmakers, cartoonisten, columnisten en andere schrijvers zijn veroordeeld. Dat is angstig en eenzaam. Het cliché van altijd over je schouder kijken is waar. Ik ben in Amsterdam in de tram bespuwd. Ik stapte de volgende halte volkomen in paniek uit en rende naar een café. Daar kwam ik een beetje tot mezelf. Maar het is vaak raak. Moslims die mij op straat uitschelden en bedreigen: ‘Ga jij die witte Nederlanders maar pijpen, ongelovige!’”
‘Echt vrij ben ik natuurlijk allang niet meer’
Geen talkshow, radioprogramma en krant liet haar eerste boek onopgemerkt voorbij gaan. Integendeel: Lale Gül beheerste in 2021 de (inter)nationale media. In plaats van een afvallige nestvervuiler werd ze geprezen voor haar durf een streng islamitische milieu te kritiseren, een omgeving waarin alles moest en niets mocht: niet naar het strand, geen make-up, een verbod op alcohol, een avondklok, geen omgang met mannen… „Mond houden, ga maar buiten spelen en veel bidden”, vat ze haar jeugd samen.
Lale Gül: „Mijn boek was volgens velen belangrijker dan alle gesubsidieerde programma’s voor integratie. Bovendien was het, zeiden mensen, niet alleen een onthullend relaas, maar ook een potje verpissen in welbespraaktheid. Dat is een mooi compliment voor een schrijfster”, lacht ze.
„Aan dit boek, vinden lezers die mij mailen, heb ik echt mijn eigen stem toegevoegd. Mijn kwetsbaarheid getoond. Dat was ook mijn bedoeling. De titel van het boek slaat vooral daarop, want echt vrij ben ik natuurlijk allang niet meer. Ik woon op een geheime plek, mijn boodschappen worden thuisbezorgd. Een terrasje pakken met mooi weer, vergeet het maar. Dan zit ik alleen in mijn tuintje.”
Ook nu zal ze in islamitische kringen weer meedogenloos worden weggezet als verraadster, weet ze. Zoals in 2021 toen bijvoorbeeld collega-auteur Abdelkader Benali openlijk twijfelde aan haar motieven en oprechtheid. Van Sylvana Simons hoefde ze evenmin iets te verwachten. Lale Gül: „Op links waren er allerlei heel boze deugmensen. En wie binnen de islamitische gemeenschap alleen al naar de kaft keek, werd al als paria beschouwd.”
Maar, volgens Lale Gül nog veel pijnlijker: „Verreweg de meeste moslims in Nederland durven zich niet uit te spreken. Sterker: deze zogenaamd gematigde groep denkt stiekem: laat haar maar wat overkomen. Ze verdient het.”
Heilzame therapie
Haar nieuwe boek is de autobiografie van een strijdbare jonge vrouw die het vertikt zich monddood te laten maken en daar persoonlijk de ultieme prijs voor betaalt – een bestaan in de schaduw van de samenleving. Ze ging ‘met veel scepsis’ in therapie, maar juist die sessies bleken heilzamer dan ze had vermoed.
„Mijn eerste boek was geschreven in woede. Dat is een heerlijk gevoel hoor, je steekt alles in de fik. Boosheid is een fantastische brandstof. Je staat als de grote opper-aap bovenaan de apenrots op je borst te rammen. Maar toen de rook na alle publiciteit rond Ik ga leven was opgetrokken, bleef ik achter met verdriet, schuldgevoel, met gevoelens van spijt. Niet over de zaken die ik aan de kaak stelde, móest stellen, maar over de consequenties die jouw oprechtheid met zich meebrengt. Het isolement bijvoorbeeld.
Hoe schoorvoetend ik ook aan mijn therapie begon, het bleek geweldig te werken. Ik verdoofde mijn gevoelens niet meer met de fles, want als je uit je alcoholroes ontwaakt, komt het gevoel van diepe leegte en eenzaamheid als een boemerang terug. Je slaapt ’s nachts niet meer, ligt alleen nog maar te malen.”
Ja en amen zeggen
„Ik was altijd slecht in het uiten van emoties, dat vonden ook mijn vrienden. Ik was dan weer depressief, dan weer ineens gloeiend van woede. Dat wijt ik ook aan mijn opvoeding, het is me simpelweg niet geleerd. Islamitische ouders runnen een soort BV, waarbij kinderen hun bek moeten houden en ja en amen dienen te zeggen. Ik ga met die gevoelens nu veel beter om.”
Volgend jaar trekt Lale Gül met een theatercollege langs de Nederlandse schouwburgen, waar ze wordt geïnterviewd over haar nieuw verworven vrijheid, afgedwongen tegen een hoge prijs. Ze wordt daarbij, triest genoeg, begeleid door beveiligers. Ook dat is, zegt ze, Nederland anno 2024, ooit de vrijhaven van het gesproken en geschreven woord.
Of ze ooit een verhuizing naar het buitenland heeft overwogen? Peinzend: „Als ik in Spanje ga wonen, kan ik misschien wel over straat zonder beveiliging en vermomming, maar wie ken ik daar? Nederland is mijn land. Trouwens: ook over de grens weten ze dikwijls wie ik ben. Mijn eerste boek is inmiddels vertaald in het Italiaans, Frans en Duits en andere talen. Toen ik een keer in Slovenië in een zaaltje sprak over mijn boek, begon een Bosnische moslim erdoor heen te schreeuwen.”
Bindingsangst
Ze heeft weliswaar gebroken met haar familie, en vice versa, maar ze mist naar eigen zeggen de warmte van een gezin. Al kreeg ze er, ook dat moet gezegd, vele vrienden en gelijkgestemden voor terug. Turkse en Marokkaanse vrouwen bijvoorbeeld, die met een Nederlandse man trouwen en vanwege hun huwelijk met een kafir (ongelovige) niet zelden worden verstoten door hun gemeenschap. „Zij herkennen en erkennen wat ik schrijf.”
Met haar jongere zusje heeft ze weliswaar op gezette tijden contact, maar: „Zij is op dit moment obsessief bezig met de Palestijnse strijd, is echt blind van woede en vind dat ik me daar, bijvoorbeeld als columniste, vol overgave voor moet inzetten. Ik ben zelf neutraal ten opzichte van het Israëlisch-Palestijnse conflict, heb daar een genuanceerd standpunt over. Maar hoe dan ook ben ik voor haar een verraadster van de zaak.”
Een partner heeft Lale Gül niet. Dat maakt haar strijd, beaamt ze, ook eenzaam. „Ik heb last van grote bindingsangst, laat niet snel mensen in mijn leven toe en zeker niet voor honderd procent. Ik heb te veel meegemaakt dat mensen me belazeren, misbruiken, liegen. In die zin ben ik over de staat van de mensheid bijna een complotdenker. Dankzij de therapie zijn mijn emoties in dat opzicht lichter geworden, overzichtelijker ook.
Nee, een tweede Lale Gül zal er, helaas, niet opstaan. Niemand durft dat nog na wat ik dagelijks ondervind. Een derde boek over deze thematiek van mijn hand komt er niet, al zijn de filmrechten voor het eerste boek inmiddels verkocht. Ik heb gezegd wat ik wil zeggen, maar ik zal altijd strijdbaar blijven. En me nooit de mond laten snoeren.”
Youp van ‘t Hek over aankomend pensioen: ‘Niet prostaat aan flarden rijden op een e-bike’