Schiphol verwerkte vorig jaar bijna 442.000 vluchten
Schiphol heeft het afgelopen jaar iets minder dan 442.000 vluchten verwerkt, waarvan bijna 426.000 passagiersvluchten, heeft de luchthaven vrijdag bekendgemaakt. Dat is een stijging van 11 procent ten opzichte van 2022. Het aantal vluchten ligt nog wel flink onder het niveau van 2019, het laatste jaar voor de coronacrisis. Toen verwerkte Schiphol bijna 500.000 vluchten.
Het aantal passagiers dat via Schiphol reisde, steeg het afgelopen jaar met 18 procent tot bijna 62 miljoen. Daarvan waren ruim 39 miljoen mensen directe reizigers van of naar Schiphol. 36 procent van de reizigers maakte een overstap op de luchthaven, wat neerkomt op 11 miljoen unieke overstappers. Schiphol legt daarbij uit dat deze groep „in de internationale telwijze” dubbel wordt geteld: „als reiziger bij aankomst en als reiziger bij vertrek”.
Er is veel te doen om de capaciteit op de grootste luchthaven van het land. Zo zijn er 500.000 vluchten toegestaan, maar dreigde dat aantal het afgelopen jaar omlaag te gaan. Het kabinet wilde namelijk dat het maximumaantal jaarlijkse vluchten naar 460.000 zou gaan, tot onvrede van luchtvaartmaatschappijen. Inmiddels is het krimpplan opgeschort. Schiphol maakte onlangs bekend volgend jaar plek te hebben voor 483.000 vluchten.
Voorlopige cijfers
Onder de Schiphol Group vallen naast Schiphol ook de luchthavens in Eindhoven en Rotterdam. Eindhoven Airport zag 8 procent meer reizigers voorbijkomen in het afgelopen jaar, een stijging van 8 procent op jaarbasis. Dat aantal ligt boven het niveau van 2019, toen ruim 6,7 miljoen mensen via de Eindhovense luchthaven reisden. Het aantal vluchten nam met 3 procent toe tot ruim 41.000.
Via Rotterdam The Hague Airport reisden in 2023 ruim 2,2 miljoen reizigers. Dat is 5 procent meer dan in 2022 en ook meer dan in het laatste jaar voor de pandemie. Het aantal vluchten, ruim 16.000, lag eveneens hoger in vergelijking met 2022 en 2019.
De Schiphol Group meldt verder dat het om voorlopige cijfers gaat. De definitieve cijfers volgen bij de publicatie van de jaarcijfers in februari.
ANP