Kamer wil bij meer misdrijven verblijfsvergunning kunnen afnemen
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat bij meer delicten een permanente verblijfsvergunning kan worden ingetrokken van meerderjarigen met een migratieachtergrond. De Vreemdelingenwet 2000 bepaalt nu dat dit alleen kan bij zware drugsdelicten, waarop een celstraf van minimaal zes jaar staat. In het wetsvoorstel worden daar andere zware delicten aan toegevoegd, zoals moord, terrorisme en zedendelicten. Ook de ondergrens van een veroordeling tot zes jaar cel wordt geschrapt.
PVV, VVD, NSC en SGP toonden zich woensdag in het Kamerdebat voor de wetswijziging. De PVV had de wet liever nog strenger gehad, waarbij ook minder ernstige delicten reden kunnen zijn om een permanente of tijdelijke verblijfsvergunning in te trekken. Omdat de wet wel wordt aangescherpt, valt het voorstel daarmee „in de categorie beter iets dan niets”, zei PVV-Kamerlid Gidi Markuszower.
Ook van VVD, NSC en SGP mag de wet nog strenger. Zo zou wat NSC betreft ook een lange veroordeling voor mensenhandel en seksuele uitbuiting aan het rijtje mogen worden toegevoegd, zei Caspar Veldkamp.
Tegen wetsvoorstel
GroenLinks-PvdA, D66 en Volt zijn tegen het wetsvoorstel. Het voorstel gaat om meerderjarigen die in Nederland zijn geboren en getogen, of voor hun vierde verjaardag naar Nederland zijn gekomen. „Deze mensen hebben nooit in een ander land gewoond”, zei Kati Piri (GroenLinks-PvdA). D66 vindt dat er nooit een verblijfsvergunning mag worden ingetrokken of geweigerd „van iemand die nog nooit in het land van zijn of haar nationaliteit is geweest”, zei Anne-Marijke Podt (D66).
Podt diende samen met GroenLinks-PvdA en Volt een motie in om dit te regelen. Die werd door demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Justitie en Veiligheid) ontraden.
De Kamer stemt volgende week over de wijzigingsvoorstellen, het wetsvoorstel en de moties.
ANP