Mona Keijzer (BBB): ‘Ik kon mezelf niet meer in de spiegel aankijken’
Mona Keijzer (55) is de nummer twee op de lijst van de BoerBurgerBeweging en, als de BBB na 22 november de grootste partij wordt, kandidaat voor het premierschap. Ze verruilde na 34 jaar het CDA voor de beweging van Caroline van der Plas. Metro sprak met de voormalige staatssecretaris. „Thuis werden ze gek van me: mam, ga alsjeblieft de politiek weer in.”
Aan de vooravond van de verkiezingen op 22 november interviewt Metro zes politici met een bijzonder verhaal: van fractievoorzitter tot Kamerlid, van nieuwkomer tot kandidaat-premier.
In deze serie ook: Lisa Westerveld (GroenLinks-PvdA), Daan de Kort (VVD), Chris Stoffer (SGP), Annabel Nanninga (JA21) en Lilian Marijnissen (SP).
Mona Keijzer gelooft in 15 tot 25 zetels voor BBB
Mona Keijzer is dezer dagen druk. „Ongelooflijk druk.” Dat was ze niet alleen tijdens de verkiezingscampagne, maar evenzeer met de organisatie van haar nieuwe partij die zij, als gelouterd politica die de weg in Den Haag kent, op poten zet. „Ik rond nu de laatste dingen van mijn bestaan als zzp’er af, want dat ben ik óók nog. Daarbij ben ik volop bezig om de BBB om te zetten naar een structuur voor 15 tot 25 Kamerzetels. Want ik geloof absoluut dat we die gaan halen.”
Het is onmiskenbaar op welke etage de BBB in het tijdelijke gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag huist. Aan het begin van de gang hangt een straatnaambord met het opschrift BoerBurgerBinnenhof – daaronder staat zo’n mooie klassieke melkbus uit de tijd dat het boerenleven in Nederland nog onbezorgd was. Het is inderdaad hectisch op de burelen van de BBB en Mona Keijzer krijgt er haar portie van mee. „Ik ben van huis uit een enorm informeel mens, maar nu boor ik een andere kant van mezelf aan: zaken structureren om chaos te voorkomen. Kamerlid is een vak op zich, er wordt vanuit het hele land ontzettend naar je gekeken. Per Kamerlid lopen hier drie journalisten rond, draaien er voortdurend camera’s. Er staat een gi-gan-ti-sche druk op. Dat moet je allemaal in goede banen leiden.”
‘Ik krijg energie van mensen’
Mona Keijzer (55) trad half augustus toe tot de BoerBurgerBeweging. Ze was 34 jaar actief voor het CDA. Als gemeenteraadslid, wethouder, Kamerlid en Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat in het kabinet Rutte III. In die laatste functie moest ze het veld ruimen nadat ze zich in 2021 in een openhartig interview in De Telegraaf verzette tegen de invoering van het coronabewijs. Nu is ze weer terug in politiek Den Haag als de nummer twee op de lijst bij BBB en, als de beweging de grootste wordt, kandidaat voor het premierschap. Ze zou daarmee de eerste vrouwelijke minister-president in de geschiedenis van ons land zijn. Haar comeback was voor iedereen een verrassing, behalve voor haarzelf. „Het moest er weer van komen. Ik krijg energie van politiek. Nee, ik moet ik het beter formuleren: ik krijg energie van mensen.” Veelbetekenend: „Van politiek niet altijd…”
Vanaf begin 2023 voelde ze de onrust samenballen. „Als er weer iets in de politiek speelde en ik keek naar het nieuws en de rubrieken, dan zat ik me toch op te vreten op de bank… Dan liep ik weer op en neer naar de keuken, de handen ten hemel heffend: ‘Dit is toch niet te geloven?!’ Mijn man en mijn jongens zeiden: ‘Mam, ga alsjeblieft terug de politiek in…’ Die werden er ook gek van. Op een gegeven moment kwam alles bij elkaar. Het kabinet viel en Caroline van der Plas, met wie ik al in april contact had, kwam weer op de lijn. Of ik me bij de BBB wilde aansluiten. Ik zei ‘nee’, ik probeerde van het CDA weer een brede volkspartij te maken. Toen dat niet lukte, heb ik uiteindelijk besloten ‘ja’ te zeggen.”
Mona Keijzer vond vertrek CDA een optelsom
„Waarom juist de BBB? Mijn vertrek uit het CDA is een optelsom geweest. Ik vind: je moet doen wat je zegt, in elk geval dicht bij je uitgangspunten blijven. Dat gebeurde niet. Ik ervaar mijn vertrek na 34 jaar lidmaatschap nog steeds als zeer pijnlijk. Het blijft een grote stap, die zet je niet lichtzinnig. Althans ik niet. Maar ik herkende mezelf simpelweg niet meer in de partij. Bij de BBB begint en eindigt alles met wat een beslissing betekent voor mensen. Ik ben van huis uit jurist en bestuurskundige. Ik ken de wet, weet hoe financieringssystemen in elkaar steken en aan welke knoppen je dient te draaien om het voor mensen beter te maken. Dát moet je focus zijn. Mensen. En dat verklaart het succes van de BBB, want die filosofie is in Den Haag niet meer de modus operandi.”
„In Den Haag gaat het over: is het Outbreak Management Team het er mee eens? Wat vinden het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau ervan? En natuurlijk de Raad van State.” Cynisch: „Dat mensen vervolgens worden vermalen, tja, dat is natuurlijk vervelend hè? Ik vind dat de overheid faalt – niet altijd, maar wel vaak. Wat zit daar nou achter? Waarom wordt er in systemen gedacht en niet in mensen? En wat er voor nodig is om dat te veranderen. In elk geval de acceptatie van de onvolmaaktheid en bescheidenheid van bestuurders, politici, ambtenaren en burgers.”
‘Iedereen is erg aardig voor me’
Ze is, vertelt ze, zonder ‘hard feelings’ teruggekeerd in Den Haag. „Het is soms slikken als ik een oud-collega van het CDA tegenkom. Je deelt dezelfde geschiedenis, ook veel positiefs hoor. Maar iedereen is erg aardig voor me – de zittende Kamerleden, de griffie, de bewaking… het is hartverwarmend. Ook mensen buiten de Kamer. Ik liep naar het busstation – ik ben een ov-reiziger – en zag vanaf de roltrap dat de deuren van de bus dichtgingen. De chauffeur keek, bleef staan en opende de deuren. ‘Wat fijn’, riep ik. ‘Voor u altijd mevrouw Keijzer’, zei hij. Daar gaat een mens toch van glimmen?”
Mona Keijzer, volbloed Volendamse (‘Geboren op de grond waar mijn grootvader nog boerde’) woont nog altijd in de gemeente van haar jonge jaren. Dat zal ze, mocht ze minister-president worden, blijven doen. Ze is geworteld aan de boorden van het IJsselmeer – er vloeit visolie door haar aderen. Ze kijkt met ‘dankbaarheid’ terug op haar leven in het vissersdorp. „Mijn moeder was huisvrouw, mijn vader voer op een kotter, werkte voor het boekingskantoor van de bekende artiestenmanager Jaap Buijs en stond tenslotte in vishandels en achter viskarren op markten en braderieën. Er is van mij gehouden, voor mij gezorgd en ik ben ontzettend gestimuleerd om het beste uit mezelf te halen.”
Mona Keijzer niet met zilveren lepel in de mond geboren
Haar ouders hadden beiden alleen lagere school. Het beste bewijs, zegt ze, dat niet iedereen in politiek Den Haag met een zilveren lepel in de mond is geboren, zoals wel wordt gedacht. Mona Keijzer: „Mijn oma was heel slim. Kien luidde haar bijnaam. Geboren in 1914 mocht ze natuurlijk niet studeren, überhaupt niet naar school. Uit protest gaf mijn grootmoeder al haar kinderen Aloysius en Aloysia als doopnaam, vernoemd naar de beschermheilige van de studenten. Mijn moeder zei: ‘Wil je leren? Ga leren! Dat neemt niemand je ooit af.’ Mijn jongere zus is registeraccountant en inmiddels director bij internationaal accountancybedrijf – mijn broer is zzp’er in de bouw en de beste stukadoor van het westelijk halfrond. Je ziet bij mij geen gestuukt muurtje dat niet van hem is.”
Twee keer op vakantie
„We hadden het thuis niet breed. Ik kreeg één keer per jaar nieuwe kleren. Mijn zus was niet blij: die kreeg mijn oude kleding. Ik ben twee keer op vakantie geweest. Naar wat toen een huisje van Sporthuis Centrum heette, de andere keer met de trein naar Italië, naar een gammel, overboekt hotel. Het water daar kon je daar niet drinken, maar ik zal nooit de smaak vergeten van gekookt water dat in de koelkast had gestaan. Ik kan die smaak zo oproepen. Ik kwam toevallig laatst foto’s van een bermpicknick tegen. Weet je nog? Begin jaren zeventig kregen mensen auto’s. Dan onderbrak je een tochtje en ging je langs de weg zitten. Klapstoeltjes, klaptafeltje, thermoskan koffie, kadetjes met koud geworden gebakken ei.”
„Mijn vader overleed vorig jaar, mijn moeder wordt in januari 80. Die is kwetsbaar. Ze woont in aanleuningwoning van een verpleeghuis. Ik vind het moeilijk om over haar te praten, het is mijn moeder. En tegelijk is het mijn moeder niet meer. Dat is heel verdrietig. Ze had altijd van die pretoogjes. Enorme humor, ze kon ineens heel scherp uit de hoek komen. Nu is ze vergeetachtig. Iedereen die dit meemaakt weet precies wat ik bedoel.”
Mona Keijzer en een parachuteknal
Mona Keijzer is moeder van vijf zonen. Die heeft ze tot op de dag van vandaag zorgvuldig buiten de publiciteit gehouden. „In 2012 werd ik ineens met een gigantische knal de landelijke politiek in geparachuteerd. Ik dacht: wat gebeurt hier? Meteen haalde ik alle foto’s van de jongens van social media. Hyves heette dat toen nog. Mijn kinderen zijn inmiddels volwassen, tussen de 20 en 29 jaar, en ze willen per se niet in de media figureren. Die keuze respecteer ik uiteraard.”
„Toen ik landelijke politiek in ging, was de jongste 8. Dan heb je volgens opvoeders alle kleine toestanden wel gehad en moet de moraal er ingestopt zijn om ze netjes door de puberteit en de adolescentie te loodsen. Natuurlijk was het thuis wennen. Ik was er drie, vier avonden niet met eten. Ik regelde het wel altijd zo dat als ik ’s ochtends pas wegging als de jongens op school zaten. Zorgde voor oppas, naschoolse opvang en dat ze bij opa’s en oma’s terecht konden. Ze hebben altijd een speciale band met hun grootouders gehouden.”
‘Baas Mona Keijzer op tv’
„De ze het cool vonden dat ik op televisie was, ligt lang achter hen. Ik lag een keer onderuit gezakt op de bank naar de tv te kijken met de twee oudsten naast me. Ineens kwam ik met een foto in beeld bij een talkshow. Ze sprongen op. ‘Mam, je bent een baas…’ Inmiddels, als ik op tv ben geweest en ik vraag: heb je het nog gezien?, zeggen ze: wat? Het boeit hen allang niet meer.”
„Vier van de vijf wonen nog thuis, de vijfde keert binnenkort terug. Hij studeert af en moet uit zijn kamer. Er is gewoonweg geen woonruimte beschikbaar. De situatie is hopeloos en begint langzaam tot Den Haag door te dringen. Veel politici denken dat de je eerste stap in je wooncarrière een studentenkamer is en je vervolgens na je studie met inmiddels een goed salaris doorgroeit naar een koopwoning. Dat is niet meer. Deze jeugd wil ook een gezin: het is iets fundamenteels in de mens om op een bepaald moment samen met je partner een kleintje te krijgen. Als we niet oppassen hebben we dadelijk een verloren generatie. Onverteerbaar, vind ik.”
‘De grenzen zijn letterlijk bereikt’
„Dat is waarom ik zo stevig in het migratiedossier zit. De grenzen zijn letterlijk bereikt. Links blijft maar hangen in het principe dat je mensen die vluchten voor oorlog en geweld moet opvangen. Ik omarm dat principe ook. Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf. Je bent op de wereld voor elkaar. Maar – denk ook na over de gevolgen van die principiële keuze! Het kan gewoon niet meer. We hebben geen huizen meer, er is onvoldoende onderwijzend personeel en de zorg kan het niet meer aan. Je kunt niet het dichtstbevolkte land van Europa zijn met zo’n hoge welvaart en maar denken dat dit door kan gaan.”
Haar oordeel over de coronatijd en de gevolgen van de maatregelen die ons land tussen januari 2020 en mei 2022 in haar greep hielden, wordt bepaald door haar visie over ‘mens en maatschappij’. Mona Keijzer stond tijdens haar staatssecretarisschap in 2021 op tegen de invoering van het coronabewijs en de desastreuze gevolgen van het beleid voor jongeren, studenten en ondernemers. Ze blikt strijdbaar terug. En zonder een spoor van spijt.
Dwang of drang
„Het ergste vind ik dat de hoofdrolspelers van toen – in het kabinet en de Kamer – nog steeds niet bereid zijn er genuanceerd naar te kijken. Over de eerste paar maanden van de uitbraak zul je mij niet horen, niemand wist wat ons overkwam. Maar we wisten al snel voor wie het virus gevaarlijk was en voor wie niet. Toch kwamen er een tweede en derde lockdown, een avondklok en vaccinatie, gepaard met het woordspelletje ‘dwang of drang’. Feit is dat de ene burger de ander moest controleren én discrimineren.”
„En dan heb ik het nog niet eens over wat de jeugd is aangedaan. Studieachterstand, eenzaamheid, depressiviteit, moeite met communiceren. Er moet in elk geval een parlementaire enquête komen. En, vind ik oprecht, een waarheid- en verzoeningsproces. De polarisatie in de samenleving is niet alleen gekomen door de coronatijd, maar die heeft de verwijdering wel versterkt. Heel zorgelijk, we moeten het uiteindelijk met elkaar doen. Mensen vergeten dat in een democratie de meerderheid de plicht heeft om te letten op de minderheid. Anders dreigt de dictatuur van diezelfde meerderheid. Het is belangrijk dat we het er met elkaar over gaan hebben.”
Mona Keijzer en de spiegel
„Ik kon mezelf niet meer in de spiegel aankijken, het was niet meer te verantwoorden. Aan het eind van de dag heeft een politica alleen haar integriteit. Het was desastreus wat mensen werd aangedaan en bovendien in strijd met de grondwet. En dan het opsluiten van oude mensen… niet te filmen. In mijn familiekring ontstonden er ruzies wie bij de begrafenis aanwezig mocht zijn. Op een bepaald moment overleed de oudste broer van mijn vader, kort voor moment dat het aantal mensen op de uitvaart weer verminderd moest worden. Het kerngezin van mijn oom telde al dertig mensen. Grote katholieke families hè? Ik ijsbeerde door het ministerie. Kan mijn vader straks naar de uitvaart van zijn eigen broer? In een megakerk hè, een kathedraal, die plaats biedt aan duizend man. Met een plafond van op 30 meter hoog.”
Geen moment spijt
„Ik ging er kapot aan. Dat interview in De Telegraaf voelde als een verlossing. Ik wist met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wat de consequentie was. Het is heel verdrietig dat mijn carrière zo moest eindigen, maar ik heb geen moment spijt gehad. Het was tot hier en niet verder.” Eenzaam voelde ze zich in die tijd niet, dankzij haar familie en vrienden, ‘allemaal doodnuchtere mensen’. Mona Keijzer: „Als ik op vrijdagmiddag na het kabinetsberaad of op zondag van het Catshuis naar huis reed, zat ik alleen met mijn gedachten in de auto. Ik moest het er natuurlijk over hebben. Of ik binnen de ministersploeg geen bijval kreeg? Geen commentaar. Ik mag niet uit het kabinetsberaad klappen.”
Wat zou Mona Keijzer, mocht ze het ambt van de eerste vrouwelijke premier bekleden, als eerste doen? Spontaan: „Tegen vrouwen en meiden zeggen: ook al hebben je ouders alleen lagere school, je kunt het tot minister-president schoppen. Op de tweede plaats: we gaan het van nu af aan over mensen hebben in plaats van systemen. Maar ho, wat ik nooit doe als nieuwkomer is groots en meeslepend piketpalen slaan. Dat is echt een mannending, sorry. Dat Bokito-gedrag van: zo gaan we het doen! Mooie praat, zullen mensen zeggen. Graag een voorbeeld uit het verleden mevrouw Keijzer. Nou, toen ik als staatsecretaris op Economische Zaken zat ging het nooit over het midden- en kleinbedrijf. Toen ik stopte, ging het vervolgens in alle debatten juist daarover. Dat is iedereen in Den Haag trouwens weer vergeten.”
Het hart van Mona Keijzer als ondernemer
Hier, zegt ze, spreekt haar hart als ondernemer. Niet alleen als pleitbezorger voor de visboer op de hoek, maar evenzeer voor de in Nederland gevestigde multinationals. „Dikwijls wordt vergeten hoe belangrijk die bedrijven voor het MKB zijn. Als Shell vertrekt, worden er minder auto’s geleaset en dus onderhouden. De catering, de bloemenzaak, het schoonmaakbedrijf verliezen hun klanten. Al dit soort bedrijven zit vaak in clusters met kleine bedrijven die nieuwe technieken en producten ontwikkelen. Dat gaat nu allemaal naar het Verenigd Koninkrijk. Je zag het bij Unilever. Dames en heren, jaag gerust Schiphol de zee in en Chemelot weg. Maar accepteer de consequentie, namelijk dat we verarmd achterblijven.”
„In de Tweede Kamer zitten veel mensen die hiervoor een ambtelijke aanstelling hadden. Niks ten nadele van ambtenaren, die hebben we keihard nodig. Maar zij hoeven nooit na te denken over een volgende klus. Als jij ondernemer bent, ben je voortdurend bezig: hoe krijg ik mijn volgende klant? Als die niet binnenkomt heb je wel kosten, maar geen inkomsten. Vergeet niet: zeven van tien Nederlanders gaan ’s ochtends naar werk om brood te verdienen en huur of hypotheek te betalen.”
200 meter de grens over
„In dit land betalen grote bedrijven jaarlijks 200 miljard euro belasting, het MKB 99 miljard en particulieren 6,5 miljard. Daar betalen we alles van: onderwijs, zorg, uitkeringen, natuurbeheer, wegen, defensie… Als bedrijven uit ons land verdwijnen, gaan ze, hup, 200 meter de grens over. Klimaattechnisch schiet je er geen moer mee op en je hebt minder geld om al die belangrijke zaken mee te betalen. Als we niet oppassen wordt het hier straks een prachtig Hof van Eden, overwoekerd door natuur. Maar droog brood is er niet meer te verdienen.”
Verkiezingsprogramma’s 2023: wat willen politieke partijen met veiligheid?