Inkomenshulp krijgen is veel te ingewikkeld: ‘Doolhof waar burgers in verdwijnen moet eenvoudiger’
Het stelsel voor inkomensondersteuning is veel te ingewikkeld. Vanuit de wens om mensen zo gericht mogelijk te helpen is een „doolhof” aan regelingen opgetuigd, zowel landelijk als lokaal, waarin veel burgers verdwalen.
Dat moet eenvoudiger, stelt de commissie die in opdracht van het kabinet het sociaal minimum tegen het licht heeft gehouden.
Woonplaats scheelt soms honderden euro’s
Het Rijk moet daarbij meer zelf oplossen en minder leunen op gemeenten, vindt de commissie. De afgelopen jaren hebben gemeenten juist steeds meer taken op het gebied van armoedebeleid op hun bord gekregen. Zij kregen daarbij veel vrijheid in de uitvoering, waardoor de plaats waar je woont je soms wel honderden euro’s kan schelen.
Dat verschil wordt als onrechtvaardig ervaren, stelt de commissie, die dan ook adviseert de „balans” tussen Rijk en gemeenten te herstellen. Landelijke regelingen zouden voor het merendeel van de mensen toereikend moeten zijn.
Inkomenshulp
Door de huidige wildgroei weten veel mensen niet eens van welke hulp zij gebruik kunnen maken, hoe en waar zij die moeten aanvragen en welke voorwaarden daarvoor gelden. Het gevolg daarvan, stelt de commissie, is dat veel huishoudens niet de inkomenshulp krijgen die zij nodig hebben en waar zij ook recht op hebben.
Dat mensen de regels niet goed begrijpen – „en redelijkerwijs valt dat ook niet van mensen te verwachten” – leidt er volgens de commissie ook toe dat zij overvallen worden door terugvorderingen. Een ander gevolg is dat mensen belangrijke keuzes voor zich uitschuiven of zelfs helemaal niet maken, omdat zij de gevolgen voor hun inkomen niet kunnen overzien.
‘Geen realistisch mensbeeld’
De commissie stelt verder vast dat het beleid van de afgelopen jaren er vooral op gericht is mensen aan het werk te krijgen. Met strenge voorwaarden voor een uitkering wordt niet werken bestraft. Dergelijke „negatieve prikkels” kunnen evenwel ook stress en onzekerheid veroorzaken en zijn daarom „niet altijd verstandig”, stelt de commissie. Er wordt te makkelijk van uitgegaan dat iedereen kan werken, dat is geen „realistisch mensbeeld”.
Het is het tweede en laatste advies dat de commissie uitbrengt. Voor de zomer concludeerde zij al dat het bedrag dat nu gezien wordt als het bestaansminimum, voor veel mensen niet voldoende is om mee te kunnen doen in de maatschappij.
Arme gezinnen komen tot wel honderden euro’s per maand tekort. Om daar wat aan te doen zouden in ieder geval het minimumloon en de bijstand omhoog moeten, was een van de aanbevelingen.