Felle kritiek op staatssecretaris die psychische hulp voor jongeren hulp aan banden wil leggen, maar er klinkt ook begrip
Staatssecretaris Maarten van Ooijen kreeg gisteren flink wat kritiek over zich heen nadat hij zei dat er ‘te veel psychische hulp voor jongeren’ is. Toch zijn er ook mensen die zijn uitspraken begrijpen.
De staatssecretaris zei dat hij zich zorgen maakt over het feit dat steeds meer jongeren gebruikmaken van jeugdzorg. Dat aantal zou in 25 jaar gestegen van 1 op de 27 naar 1 op de 7. De groei is volgens hem niet te organiseren, en bovendien niet te betalen. Van Ooijen ziet dat er te vaak een beroep wordt gedaan op de overheid en de jeugdzorg. Hij ziet liever een grotere rol voor ouders en verenigingen. Van Ooijen haalt zich vooral de woede op de hals met deze uitspraak, die bij de NOS te lezen is: „We moeten beseffen dat iedereen weleens onzeker en somber is, ook al lijkt alles zonnig op social.” Ook is de staatssecretaris bezorgd over zelfdiagnoses via TikTok.
Kritiek op Van Ooijen vanwege uitspraken psychische hulp
Jeugdzorg-ervaringsdeskundige Jason Bhugwandass noemt de uitspraken van Van Ooijen vandaag in radioprogramma Dit is de Dag ‘bagatelliserend’. „Het zijn niet de jongeren die nerveus zijn voor een schoolkamp die ervoor zorgen dat jongeren die behoefte hebben aan zwaardere hulp, daar niet aan komen. Dat is kul”, vindt hij.
Bij het plan om op jeugdzorg te bezuinigen, staan volgens het kabinet de financiën niet op de eerste plaats. Maar veel mensen vermoeden dat geld wel degelijk een grote rol speelt. „Eigenlijk komt wat Van Ooijen zegt neer op: ‘We kunnen dit niet betalen en organiseren, en nu gaan we er allemaal redenen bij verzinnen waarom het een goed idee zou zijn als minder kinderen psychische hulp zouden krijgen’”, schrijft iemand op Twitter.
– ‘Wat nou als we bezuinigen op bijvoorbeeld psychologische hulp voor kinderen?’
– ‘Klinkt lucratief, maar ook best wel grof? Hoe ga je dat verkocht krijgen?
– ‘Laat dát maar aan mij over!’— Thomas Hogeling (@ThomasHogeling) April 6, 2023
https://twitter.com/Stephanie_Waal/status/1644081704657915904?s=20
Opvoedingkundige
Opvoeddeskundige Marina van der Wal zegt in hetzelfde radioprogramma dat ze de uitspraken van Van Ooijen wel snapt. „We moeten ouders leren om zelf de ontwikkeling van hun kind goed te begeleiden, zodat we veel kunnen voorkomen”, stelt ze. Van der Wal pleit voor meer opvoedondersteuning, zodat dingen niet uitgroeien tot problemen. „Bijvoorbeeld kinderen al jong leren dat ze niet altijd hun zin krijgen. Er zijn ouders die echt problemen hebben om op een verstandige manier om te gaan met driftbuien van een peuter. Als een kind ouder wordt, kan dit uit de hand lopen.”
Ook van Bram Hahn schaart zich in EW achter Van Ooijen. Hij maakt de vergelijking met een lichamelijke aandoening, waarbij ouders eerst inschatten hoe ernstig het is. „Zo moet het ook zijn bij mentale problemen: eerst inschatten of het echt een probleem is, dan nagaan of het misschien vanzelf overgaat of dat je het zelf kunt oplossen. En pas als dat niet kan, zo nodig de stap naar de professionele hulpverlening maken”, stelt hij. „Daarmee bagatelliseer je niet het leed van kinderen met psychische problemen. Je creëert juist ruimte en capaciteit voor kinderen die echt dringend professionele hulp nodig hebben. Van Ooijen heeft volkomen gelijk, al is het de vraag of hij zijn boodschap laat volgen door actie.”
Enzo Knol onder vuur na verkeersboete: ‘Lekker voorbeeld voor je jonge volgers’