Inflatie daalt, maar waarom worden boodschappen nog steeds duurder?
De inflatie in Nederland nam in maart flink af, tot 4,4 procent ten opzichte van een maand eerder. Dat is goed nieuws, maar waarom merken we daar in de supermarkt nou eigenlijk nog helemaal niets van en werden boodschappen zelfs duurder?
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwam tot dit cijfer na een snelle eerste raming. De afname komt vooral door de dalende energieprijzen. De prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak werden wel opnieuw fors hoger. Ook de prijzen van industriële goederen namen verder toe.
In februari nam de inflatie nog toe tot 8 procent op jaarbasis van 7,6 procent in januari. In december waren consumentengoederen en -diensten nog 9,6 procent duurder dan een jaar eerder. Bij de piek in september vorig jaar was nog sprake van een inflatie van 14,5 procent.
Hierom blijven de prijzen van boodschappen hoog
Producten in supermarkt werden deze maand gemiddeld 15 procent duurder. DFT-verslaggever Martin Visser legt aan De Telegraaf uit hoe dit komt. „We hebben de eerste golf van energieprijzen gehad, nu krijgen we de golf van alle andere prijzen. Dat is al een tijdje gaande. Vanaf het najaar van vorig jaar begon het echt hard op te lopen met voedingsmiddelen. Je ziet dat de gestegen kosten van energie en allerlei grondstoffen met vertraging in allerlei producten en diensten terechtkomen. Alles wordt duurder en dat is voorlopig ook nog niet uitgewerkt.”
De prijzen van industriële goederen gingen met 8,8 procent omhoog. Energie, inclusief motorbrandstoffen, werd daarentegen dik 28 procent goedkoper.
Inflatie in Europese landen
Om een goede vergelijking te maken met andere Europese landen geeft het CBS ook inflatiecijfers volgens de Europese methode, waarin onder meer geen rekening wordt gehouden met de woninghuren. De geldontwaarding kwam dan uit op 4,5 procent, tegen 8,9 procent in februari.
Nederland is niet het enige land waar de inflatie is afgenomen. Eerder deze week bleek al dat ook de Duitsers en Spanjaarden in maart met minder sterke prijsstijgingen te maken hebben gehad.