Hugo de Jonge over oplossing wooncrisis: ‘Migratiesaldo moet omlaag’
Als minister van Volkshuisvesting buigt Hugo de Jonge zich over een van grootste hoofdpijndossiers: de woningcrisis in Nederland. In een gesprek hierover deed hij vandaag een aantal opvallende uitspraken. Volgens de politicus is het woningtekort niet op te lossen als het aantal inwoners in ons land in het huidige tempo blijft groeien en moet het migratiesaldo omlaag.
Dit zegt hij in een interview met Trouw.
De Jonge: ‘Migratiesaldo moet doenlijk en inpasbaar zijn’
De Jonge stelt dat als er niets verandert, Nederland in 2034 19 miljoen mensen telt. „We moeten ons er een beeld van vormen met hoeveel mensen we hier kunnen wonen en hoeveel groei werkelijk inpasbaar is in Nederland. Als je dat niet doet, overvraag je de samenleving op een geweldige manier. En dan ondermijnen we het draagvlak voor migratie in een land waar we migratie juist ook nodig zullen hebben.”
Volgens de ministers zijn 900.000 woningen in 2030 lang niet genoeg als het migratiesaldo blijft zoals het is. „Dan bouwen we tegen de klippen op. Het migratiesaldo moet omlaag. Dat is mijn inzet voor de komende periode”. De volkshuisvestingsminister zegt dat het migratiesaldo beïnvloedbaar is. „Het bestaat uit vier componenten, waar je min of meer invloed op hebt. Het is arbeid, de grootste component, asiel is een hard groeiende component, dan is er liefde- en gezinsmigratie en de vierde is studie. Op alle vier de componenten moeten we grip krijgen zodat het migratiesaldo doenlijk en inpasbaar is.”
‘Politici maken verdienmodel van onzekerheid’
De Jonge haalt in het interview ook fel uit naar politici die volgens hem een „verdienmodel” maken van de onzekerheid van burgers. „Onzekerheid is de brandstof voor polarisatie en wantrouwen. Als je politieke verdienmodel is om die polarisatie aan te wakkeren, ondermijnt dat het gemeenschappelijk belang, de taak dat we er samen uit moeten komen.”
De minister zegt zich zorgen te maken over onder andere omvolkingstheorieën die uit de Kamer komen. „Daar mag geen plaats voor zijn. Ik vind dat dit soort geluiden die de democratie ondermijnen niet in de Kamer zouden moeten zijn.”
Het Jaar Van de mannen van Roddelpraat: ‘We gaan goed op andermans leed’