Warme herfstdagen niet alleen maar negatief voor milieu
We linken deze warme herfst al gauw aan de negatieve kant van klimaatverandering. Die is er ook zeker, maar volgens de Wageningen Universiteit zijn er ook positieve kanten aan deze – zoals De Telegraaf kopte – ‘heerlijk hete herfst’.
Pas over tien of twintig jaar zal blijken of inheemse dieren en planten zich echt anders gaan gedragen nu de zomer al steeds langer duurt en de winter eerder ophoudt.
Groene bladeren en meer nootjes deze herfst
Dit jaar gaat het in ieder geval beter dan in 2020. Bioloog Arnold van Vliet van de Wageningen Universiteit (WUR) constateert dat de bladverkleuring aan de bomen ondanks de warme oktoberdagen niet extreem laat is, zoals toen. „Dat komt doordat het eind september ‘s nachts even koud is geweest, met temperaturen rond het vriespunt. Over de afgelopen 15 jaar gezien is de bladverkleuring wel echt wat later geworden.”
Ecoloog Wieger Wamelink van de WUR noemt het ‘krankzinnig’ dat de meeste eikenbomen nog groen zijn. „Zolang het warm blijft, zoals nu, gaan bomen door met groeien. Dat is goed, want bomen slaan CO2 op. En het is wetenschappelijk aangetoond dat mensen zich beter voelen in een groene omgeving. Maar we weten nog niet wat het gevolg is van bomen die zo lang door blijven groeien. Houden ze dat op de langere termijn vol? En wat gebeurt er met het gras en de struiken die onder bomen groeien?”
Wat Wamelink ook opvalt, is dat er deze herfst extreem veel eikels en beukennootjes de grond bedekken. „En dat was de vorige keer na een zeer warme zomer ook zo. We onderzoeken of hete zomers er iets mee te maken hebben. Maar de zomer van 2021 was vrij nat en toen hebben de bomen knoppen gezet. Dat kan ook een reden zijn.”
Winterslaap uitstellen
Insecten zijn nog erg actief, zo fladderen er meer vlinders dan gewoonlijk in deze tijd van het jaar: het is overduidelijk dat de warme herfstdagen dieren in de war brengen. „Ik zie ook nog egels, die eigenlijk aan hun winterslaap toe zijn. En vleermuizen. En er vliegen nog volop wespen bij de klimop”, zegt bioloog Van Vliet. „Dat is vanuit natuurlijk perspectief ongewenst. Inheemse soorten krijgen het steeds zwaarder.” Daar tegenover staat wel dat warmteminnende soorten, die hier niet thuishoren, het steeds beter doen.
Amfibieën zoals padden, kikkers en salamanders genieten in de herfstzon, terwijl ze gewoonlijk al in spleten en kieren onder de grond kruipen. Ook reptielen kunnen goed tegen een warm najaar, zegt RAVON, de organisatie die deze soorten en vissen beschermt. „In zuidelijke landen weten die dieren niet beter. Het is niet erg dat ze nog wakker zijn. Sommige soorten, zoals de zandhagedis, zijn trouwens al in september aan hun winterslaap begonnen.”