Wettelijke basis voor coronamaatregelen weg: ‘Ongemak’
Omdat de Eerste Kamer de tijdelijke coronawet heeft weggestemd, is er een gat ontstaan tussen die wet en de invoering van de herziene Wet publieke gezondheid (Wpb). Dat is volgens Ernst Kuipers, minister van Volksgezondheid, „echt een ongemak”. Mocht het coronavirus namelijk weer oplaaien, dan heeft het kabinet geen wettelijke basis meer om beperkende coronamaatregelen op te leggen.
Nog voor de Eerste Kamer zou stemmen over de wet, maakte Kuipers die opmerking. Het ging hierbij om maar liefst de vijfde verlenging van de tijdelijke coronawet. Kuipers deed daarmee nog een laatste, vergeefse, poging om een meerderheid van de senaat alsnog te bewegen voor de vijfde verlenging te stemmen en daarmee geen gat te laten ontstaan.
Alleen de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie stemden voor. De overige fracties, die samen een meerderheid in de senaat vormen, stemden tegen. Onlangs bleek overigens al dat het erg moeilijk zou worden voor Kuipers om deze wet voor de Eerste Kamer te krijgen.
Coronawet weggestemd, wettelijke basis voor coronamaatregelen weg
Een andere wet wordt dus herzien. Die wil Kuipers eind augustus indienen bij de Tweede Kamer, maar deskundigen krijgen die begin juni al onder ogen. Wanneer – of als – de Tweede én Eerste Kamer instemmen met deze herziene wet, wordt die van kracht. En pas dán heeft het kabinet weer een wettelijke basis om coronamaatregelen zoals bijvoorbeeld een mondkapjesplicht op te leggen.
Kuipers gaat nu wel kijken of hij die wet sneller kan indienen. Dan kunnen beide Kamers er sneller naar kijken en erover stemmen. Dat gaat wel mogelijk ten koste van de consultatieronde met deskundigen. Zij kunnen er dan geen zegje over doen.
„Als de nood aan de man is” en beperkende maatregelen echt nodig zijn, zal Kuipers teruggrijpen naar noodverordeningen zolang er sprake is van het gat, zei de minister. Onder meer senatoren Margreet de Boer (GroenLinks) en Jeroen Recourt (PvdA) uitten eerder al twijfels over het verlengen van de noodwet. Beiden vallen over het feit dat de noodzaak momenteel ontbreekt en niet in verhouding is met deze vrijheidsbeperkende maatregelen. Overigens legt De Boer uit dat, mocht er een opleving van het coronavirus in Nederland zijn, de Eerste Kamer bereid is snel te handelen. „Als dit najaar de nood aan de man is, kunnen wij echt snel nood- of spoedwetgeving behandelen”, aldus het Eerste Kamerlid.
De PVV wil niet dat de mogelijkheid tot het verplichten van een coronatoegangsbewijs in de herziene Wpg wordt opgenomen. Over een motie die de PVV daartoe indiende, wordt volgende week gestemd.
‘Premier Rutte wiste jarenlang iedere dag berichten op telefoon’