Wakker Dier: 7 miljoen kippen bezwijken elk jaar in de stal
Ieder jaar sterven in Nederland minstens 7 miljoen vleeskuikens in de stal, nog voordat ze klaar zijn voor de slacht. Dat meldt Wakker Dier op basis overheidsgegevens die de dierenwelzijnsorganisatie via een Wob-verzoek opvroeg.
De vleeskuikens sterven vaak vroegtijdig door ziekte, stress of hitte. Volgens Wakker Dier blijkt uit de cijfers dat met name ‘plofkippen’ vaker doodgaan in de stal. Dat soort kippen hebben minder ruimte dan bijvoorbeeld scharrelkippen en leven doorgaans ook minder lang voordat ze naar de slacht gaan. „Doodgaan in de stal gaat vrijwel altijd gepaard met veel leed. Sterfte is het eindpunt van een lijdensweg”, zegt Anne Hilhorst van Wakker Dier.
Plofkip niet meer in supermarktschappen
Hoewel plofkip niet meer wordt verkocht in Nederlandse supermarkten, stelt Wakker Dier dat nog altijd de helft van alle vleeskuikens plofkippen zijn. Die kippen zijn bestemd voor fastfoodketens en voor export. Het sterftecijfer onder deze kuikens ligt zo’n 60 procent hoger dan onder kippen die meer ruimte krijgen.
Ook hebben plofkippen volgens Wakker Dier veel vaker (63 procent) zweren aan hun poten dan kippen die meer ruimte krijgen en langer leven. Dat komt volgens de organisatie onder meer omdat ze ‘hun hele leven lang in hun eigen poep staan’ en er niets wordt gedaan aan de pijn die de zweren opleveren.
Wakker Dier wil dat het fokken van plofkip in Nederland verboden wordt. „Veel dode kippen zijn te voorkomen door te stoppen met het houden van plofkip. Dat scheelt heel veel onnodig dierenleed”, aldus Hilhorst.
Wakker Dier wil dat sterftecijfers openbaar worden
Ook roept de organisatie het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op om de sterftecijfers van vleeskuikens openbaar te maken, zoals dat nu ook gebeurt met de cijfers over vleeskuikens en legkippen die geruimd moeten worden vanwege de vogelgriep. „Dit legt de problemen bloot en geeft kansen om het aantal slachtoffers met overheidsbeleid te verlagen. Het leed van kippen blijft nu onzichtbaar achter gesloten staldeuren.”