Wachttijden bij huisartsenpost zijn te lang: ‘Langer dan half uur in de wacht’
De wachttijden bij huisartsenposten zijn te lang. Een beller kan zomaar langer dan een half uur in de wacht worden gezet. En dat terwijl de huisartsenpost bedoeld is voor medische klachten die niet kunnen wachten. De wachttijd hoort niet langer te zijn dan 10 minuten, maar dat gaat nog te vaak mis.
EenVandaag onderzocht de wachttijden bij de huisartsenpost. Want iemand die een huisartsenpost belt, heeft vaak een dringende klacht die niet kan wachten tot de reguliere huisartsenpraktijk open is.
Lange wachttijden bij huisartsenpost
Het Kwaliteitskader Spoedzorgketen stelde een norm op voor huisartsenposten en de afhandeling van telefoontjes. Driekwart van de bellers moet binnen 2 minuten geholpen zijn. De overige meldingen moeten binnen 10 minuten zijn afgehandeld.
Maar die norm wordt vaak niet gehaald. EenVandaag nam zelf de proef op de som en belde twintig huisartsenposten. Deze werden op drie verschillende momenten in de week benaderd. Van de zestig telefoontjes werden er slechts zes binnen binnen 2 minuten opgenomen. Twee derde van de belletjes werd later dan 10 minuten opgenomen.
Personeelstekort en toenemende telefoontjes
Er zaten tijdens het onderzoek van EenVandaag ook huisartsenposten bij die een beller langer dan een half uur of zelfs 50 minuten lieten wachten. Bij één post werd zelfs opgehangen na 42 minuten wachten.
Hoe het kan dat de huisartsenposten de wachttijden niet kunnen temperen? Vooral in de piekuren blijkt het moeilijk om de boel bij te houden. Reden daarvoor zijn personeelstekorten en het toenemende aantal bellers, reageert branchevereniging Ineen. Want tegenwoordig bellen mensen vaker naar de huisartsenpost voor niet-urgente klachten. De telefoon wordt opgenomen door een assistent of triagist, die beoordelen hoe ernstig de klacht is. En juist die medewerkers zijn er te weinig.
Uitloop jonge huisartsen nog nooit zo hoog
Eerder werd aan tafel bij HLF8 de uitloop van jonge huisartsen besproken. Deze was nog nooit zo hoog als dit jaar. Huisarts Bernard Leenstra vertelde daar dat „alles naar de huisarts wordt toegeschoven”. Een tekort aan tijd en toenemende administratie vertragen de behandelingen.
Ook de coronacrisis heeft ertoe geleid dat de meeste artsen in die periode stopten. Volgens Leenstra heeft corona het vak veranderd en werd er veel van de huisarts gevraagd. Zoals de kwesties over „wel of niet vaccineren”. Leenstra vertelt dat een huisarts tussen de 25 à 30 patiënten per dag ziet. Het papierwerk vertraagt het werkproces. „Dat zal er ook voor zorgen dat uiteindelijk de ziekenhuizen overstromen.”
Volgens hem mag er niks meer fout gaan en wijst in de zorg iedereen met de beschuldigende vinger naar elkaar. Van huisarts, naar verzekeraar, autoriteiten en politiek. „Zorg is een teamsport”, waarin hij pleit voor betere samenwerking. Maar Leenstra benadrukt het wantrouwen in het systeem. Huisarts of patiënt moeten bewijzen dat ze niet frauderen, door de boel te verklaren in het vele papierwerk.
We zijn niet voorbereid op nieuwe coronagolf: ‘Als het tegenzit lockdown in najaar’