Groningse moordverdachte Bart J.: ‘Wilde zien hoe het is om iemand te vermoorden’
Waarom de 24-jarige Bart J. uit Groningen een jongen van 14 neerstak, is de grote vraag van de rechtszaak van vandaag. Zelf zei de verdachte van de moordzaak dat hij „wilde zien hoe het is om iemand te vermoorden”. Volgens Bart J. verkeerde hij tijdens de moord in een psychose en wilde hij zelfmoord plegen. Zijn actie was het gevolg van een „verkeerde impuls” en „ziek”.
Inmiddels heeft het Openbaar Ministerie een celstraf van tien jaar en tbs met dwangverpleging tegen Bart J. geëist voor het neersteken van Dinant Paré. De rechtbank wil op 16 mei uitspraak doen over de moordzaak.
Dinant Paré werd op zondag 6 juni rond 15.00 uur neergestoken bij de ingang van een supermarkt in het Groningse Hoogkerk. Hij overleed ter plekke, toen hij meerdere keren met een mes werd gestoken in onder meer zijn borst en rug. Ook zou Bart J. hem geschopt hebben.
Bart J. op camerabeelden
Kort na het incident werd J. aangehouden. Er werd een groot mes gevonden met bloed van Paré en DNA van de moordverdachte. Volgens J. was Paré een willekeurig slachtoffer. Bij een inleidende rechtszitting in januari bekende hij voor het eerst. „Ik herkende mijzelf eerst niet op de camerabeelden. Helaas ben ik dat wel.”
J. wordt ook verdacht van een reeks vernielingen en diefstallen in het voorjaar van 2021. In die periode zat J. dertien keer op het politiebureau. „Het ging mentaal niet lekker met me”, zei de moordverdachte. Hij was dakloos en sliep in een tentje in het Stadspark. Ook gebruikte J. drank en drugs. Zijn ouders kwamen om de dag om hem eten te brengen of om een wandeling te maken. Ook zorgden ze voor powerbanks, zodat J. zijn telefoon kon opladen. Hulpinstanties slaagden er niet in om hem te behandelen.
Obsessie voor messen
In de rechtbank van Groningen vertelde de moordverdachte hoe hij na de scheiding van zijn ouders tussen wal en schip raakte. Hij voelde zich een „middenpersoon”. „Ze waren allebei een gezin gestart”, zei hij over zijn ouders. J. was volgens hen suïcidaal en had een obsessie met messen. Dat verhaal bevestigde de moordverdachte: in de rechtbank zei hij dat hij vaak een mes op zak had. Hij ontkent dat hij ook zelf steekwapens maakte, iets wat de politie heeft geconstateerd. J. had het mes bij de supermarkt gestolen „om in zijn tent worst mee te snijden”.
In de zittingszaal droeg de moordverdachte handboeien. Ook was er extra parketpolitie aanwezig, omdat J. een begeleider in de gevangenis met een afgebroken antenne stak. Dat is volgens het Openbaar Ministerie een poging tot moord of doodslag. De zaal zat vol publiek.
J. is psychisch onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Het OM gaat uit van moord of doodslag en komt later op de dag met de strafeis.
Jongeren opgeroepen om messen in te leveren: ‘Drop je knife en doe wat met je life’