Veel mensen met migratieachtergrond aan corona overleden
Naar verhouding zijn meer mensen met een migratieachtergrond overleden van maart 2020 tot en met maart 2021 aan corona dan mensen met Nederlandse wortels.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag. Het statistiekbureau onderzocht de coronasterfte onder mensen met bepaalde demografische kenmerken, zoals achtergrond, leeftijd en inkomen.
Herkomst speelt grote rol bij corona
Vooral herkomst lijkt daarbij een grote rol te spelen. Onder mensen met een Marokkaanse, Turkse, Surinaamse of Indonesische achtergrond was de sterfte door corona tijdens de eerste en tweede golf relatief gezien hoger dan bij de totale bevolking. Zo was covid-19 de oorzaak bij ongeveer een kwart van de sterfgevallen onder mensen met Marokkaanse wortels. Bij mensen met Turkse achtergrond was dit 23 procent en bij mensen van Surinaamse herkomst zo’n 22 procent. Gekeken naar de totale bevolking kwam 15 procent van de overlijdensgevallen in de onderzochte periode door het coronavirus.
Wat waren de sociaal-demografische verschillen in COVID-19-#sterfte tijdens het eerste jaar van de #coronapandemie? Lees het morgen op onze website. pic.twitter.com/osP0aFNsd5
— CBS (@statistiekcbs) March 28, 2022
In Nederland begon de coronapandemie in maart 2020 in Zuidoost-Nederland. Het virus verspreidde zich vanaf daar geleidelijk over de rest van het land. Het statistiekbureau noemt geen eenduidige oorzaak van de naar verhouding hogere coronasterfte onder mensen met een migratieachtergrond. Wel kwam covid-19-sterfte tijdens de tweede golf vaker voor in de grote steden, waar de inkomens doorgaans lager zijn en meer mensen met een migratieachtergrond wonen. Aandoeningen als diabetes, hart- en vaatziekten en obesitas spelen dan een rol.
Aantal coronagevallen daalt snel
Het aantal positieve coronatests daalt op dit moment overigens snel verder. Waarschijnlijk komt het aantal bevestigde besmettingen uit op het laagste niveau sinds het begin van dit jaar, toen de omikrongolf op gang begon te komen.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) komt vandaag weer met de wekelijkse cijfers. Vorige week meldde het instituut dat het in zeven dagen tijd 313.318 meldingen van positieve tests had gekregen. Dat was 27 procent minder dan de week ervoor.
In de zes dagen erna zijn iets meer dan 190.000 positieve testresultaten geregistreerd, gemiddeld bijna 32.000 per dag. Het weektotaal zou daarmee kunnen uitkomen op rond de 220.000. Dat zou het laagste aantal in elf weken tijd zijn. Vergeleken met vorige week komt het neer op een daling van ongeveer 30 procent. Het is niet duidelijk of die daling komt doordat mensen minder gauw bereid zijn om zich te laten testen, of doordat er daadwerkelijk minder besmettingen zijn om vast te stellen.
Onderzoek: combinatie corona en griep levert hoger risico op