Jeugdzorg in staking, maar niet iedereen: ‘Kinderen kunnen de zorg niet missen’
Vakbond FNV heeft deze week acties aangekondigd in de jeugdzorg als het kabinet niet tegemoetkomt aan de eisen van het ultimatum. Het plan is om dinsdag 15 maart, een dag voor de gemeenteraadsverkiezingen, het werk in de jeugdzorg voor een periode van 24 uur neer te leggen. Maar wat vinden jeugdzorgorganisaties daarvan? En doen zij mee? Dat laatste ligt complex, want alhoewel de onvrede er is, ‘kunnen kinderen de zorg niet missen’.
„Het gaat al heel lang niet goed in de jeugdzorg”, zei Maaike van der Aar, FNV-bestuurder over jeugdzorg, gisteren al tegen Metro. Ze zijn onder andere klaar met de lange wachtlijsten, werkdruk en vertrekkend personeel. „Het is nu tijd voor actie”, klonk het.
Acties in de jeugdzorg
Maar wat vinden degenen die mee kunnen doen aan de geplande actie ervan? Marc van der Plas, bestuurder en oprichter van Ambulante Jeugdhulp, begrijpt de onvrede over de huidige invulling van het stelsel en de tekorten in de jeugdzorg, maar gaat niet op 15 maart met de hele organisatie in staking. „Ik begrijp dat mensen hun onvrede over de gang van zaken willen uiten op dit moment, maar wij hebben ervoor gekozen om niet als gehele organisatie mee te doen aan de actie.”
De reden daarvoor is simpel, vertelt Van der Plas. „Wij hebben heel veel kinderen die zorg nodig hebben. Dan kunnen wij gewoonweg niet zeggen: ‘Vandaag komen we niet opdagen’.” Van der Plas vindt een staking niet onrealistisch, maar eerder zwart-wit. „Er wordt gezegd: ‘Er moet geld bij, anders gaan we die dag niet werken’. Zo wordt het neergezet.”
De tijd voor loze beloftes over een betere #jeugdzorg is voorbij, het is tijd voor actie. Als het kabinet geen gehoor geeft aan al onze eisen, dan leggen jeugdzorgmedewerkers op 15 maart 24 uur het werk neer. https://t.co/Hlv6ZCgGqM
— FNVZorg&Welzijn (@FNVZorg_Welzijn) February 9, 2022
Maar volgens hem ligt het complexer dan dat: „Wij zijn hierbij vooral naar andere oplossingen aan het kijken. Hoe kunnen we wél doorgaan met de zorg en hoe kunnen we de problemen in de sector oplossen door met elkaar in gesprek te gaan? Dus eigenlijk de verbinding zoeken. Ik denk dat dat in de sector al jaren wordt geprobeerd, maar dat dat nog steeds niet op de goede manier vorm heeft gekregen, en we er niet uitkomen met elkaar.”
‘Kinderen kunnen zorg niet missen’
Van der Plas snapt dat de maat vol is voor de vakbond. „Het ultimatum dat door de vakbond is gesteld, daar lijkt niet in gebeten te worden door het kabinet. Maar aan een staking kunnen we als organisatie niet massaal meedoen. De kinderen kunnen de zorg niet missen.”
De dag van de actie zullen ze echter niet ‘normaal’ te werk gaan: „We kijken naar wie mee wil doen aan de staking. We bespreken dus met ons personeel hoe zij tegenover deze staking staan. Als we voor die mensen vervanging kunnen vinden, dan kan de zorg overgenomen worden.” Het wordt voor Ambulante Jeugdhulp dus een praktische klus: „Is er vervanging te regelen? Kan sommige zorg verplaatst worden? Wat wordt het tijdstip van de staking? Daarover zijn wij in gesprek met onze medewerkers.”
De oprichter van Ambulante Jeugdhulp zou het kwalijk vinden als andere organisaties meestaken en dat daardoor de zorg op z’n gat komt te liggen. Pertinent tegen de staking zijn ze niet, het moet vooral kunnen op een manier waardoor de zorg er niet onder lijdt. „Ik kan me ook niet voorstellen dat andere organisaties er anders tegenover staan.”
‘We doen mee waar we kunnen’
Bij jeugdzorgorganisatie Levvel wordt ook alle ruimte gegeven aan medewerkers om deel te nemen aan de actie. Mariënne Verhoef, bestuurder van Levvel, vertelt: „De cliëntenzorg is voor ons natuurlijk erg belangrijk, mensen gaan echt niet zomaar alles aan de kant leggen en de cliënten laten stikken. Dat gebeurt niet bij ons.”
„En als het gaat over 15 maart, dan doen we mee waar we kunnen. Maar wordt de actie langer dan dat, dan zullen we in verband met het werk niet zomaar mee kunnen doen.”
Het is zwaar voor jeugdhulpmedewerkers, vertelt Verhoef. „Zij hebben ook te maken met alle gevolgen van de coronapandemie, en hebben daar maatschappelijk gezien heel weinig aandacht voor gekregen. Ik zie dat de werkdruk bij hen, in combinatie met de voortdurende discussie over hoe het stelsel in elkaar zit, heel hoog is. Daar maak ik me, met hen, heel veel zorgen over. Ik denk dus dat het nodig is dat er veel maatschappelijke aandacht komt voor het goede werk wat ze doen.”
Verhoef vindt het belangrijk dat er snel helderheid, duidelijkheid en afspraken komen voor jeugdzorgmedewerkers. „Natuurlijk probeer ik als werkgever daar alles aan te doen, maar het is ook nodig dat we dat met zijn allen doen: werkgever, gemeenten en VWS. Want de jeugdhulpmedewerkers zijn degene die dag in, dag uit het werk doen en in de frontlinie staan.”
Belastingdienst pikte mensen eruit met een ‘niet-westers voorkomen’