Prikspijt is hét woord van 2021, Hugo de Jonge reageert
Het woord prikspijt is gekozen tot het woord van het jaar 2021. ‘Prikspijt’ kreeg 82,2 procent van de stemmen en kreeg daarmee ruimschoots de voorkeur boven woonprotest (3,7 procent) en wappiegeluid (3,6 procent).
Dat zegt Ton den Boon, Nederlands hoofdredacteur van de Dikke Van Dale. Volgens Den Boon komt het wel vaker voor dat er één woord duidelijk boven de andere genomineerden uitsteekt. Nog niet eerder was het verschil met de nummer twee echter zo groot als dit jaar.
Verwarring over definitie van prikspijt
Van Dale omschrijft prikspijt als ‘spijt die iemand heeft van het feit dat hij zich heeft laten vaccineren tegen een bepaalde besmettelijke ziekte’. „Prikspijt is een breed begrip en laat goed zien wat er in de samenleving speelt. Enerzijds heb je het activisme op sociale media van mensen die tegen de coronavaccinaties zijn. Maar prikspijt kan ook worden opgevat als een term die je gebruikt als je korte tijd pijn ervaart na de vaccinatie. Of omdat de vaccinaties op dit moment toch niet de ultieme uitweg uit de crisis lijken te zijn, zoals gehoopt”, aldus Den Boon over de populariteit van het woord.
Hugo de Jonge houdt er een andere lezing op na. Volgens hem staat het woord voor het hebben van spijt dat je geen prik hebt genomen. Op Twitter reageert hij op het nieuws. „Als je op de ic ligt omdat je géén prik hebt genomen. Dan heb je pas prikspijt.”
Als je op de IC ligt omdat je géén prik hebt genomen. Dan heb je pas #prikspijt. https://t.co/oVOHBhEcwX
— Hugo de Jonge (@hugodejonge) December 21, 2021
Prikspijt en nog 14 favoriete woorden
Van Dale had een top 15 van genomineerde woorden gemaakt, stemmen kon via www.woordvanhetjaar.nl. Een groot deel van de woorden was, net als vorig jaar, corona-gerelateerd. Denk aan prikpolarisatie, vaccinatievoordringer, wappiegeluid, boosterprik, deltavariant en QR-samenleving.
In totaal werd er bijna 49.000 keer gestemd op de vijftien woorden die Van Dale had genomineerd voor de verkiezing. Andere genomineerde woorden waren finfluencer, gevoeligheidslezer, grotsyndroom, intimiteitsvacuüm, memeaandeel en woonprotest.
Ook andere coronawoorden zijn populair
Uitreiken van de titel Woord van het Jaar is een jaarlijks initiatief van Van Dale Uitgevers. Vorig jaar stonden er ook al veel woorden op de nominatielijst die iets met de coronapandemie te maken hebben, zoals lockdownfeestje, hoestschaamte en coronamoe. Toen ging het woord anderhalvemetersamenleving er met de ‘winst’ vandoor. Dat woord kreeg 29,8 procent van de stemmen en kreeg daarmee de voorkeur boven fabeltjesfuik (11 procent) en viruswappie (10,6 procent). In 2019 was hét woord van het jaar boomer.
In totaal werd vorig jaar ruim 12.000 keer gestemd op een van de twintig woorden die Van Dale toen had genomineerd voor de verkiezing. De organisatoren hebben besloten het voortaan bij vijftien genomineerde woorden te houden vanwege de overzichtelijkheid. Het is volgens de organisatoren van de verkiezing „niet omdat we niet genoeg woorden hadden”.
Deze woorden gingen prikspijt voor als winnaar
De afgelopen jaren werden deze woorden uitgeroepen tot woord van het jaar.
- anderhalvemetersamenleving (2020)
- boomer (2019)
- blokkeerfries (2018)
- appongeluk (2017)
- treitervlogger (2016)
- sjoemelsoftware (2015)
- dagobertducktaks (2014)
- selfie (2013)
- project X-feest (2012)
- tuigdorp (2011)
- gedoogregering (2010)
- ontvrienden (2009)
- swaffelen (2008)
- bokitoproof (2007)
Covidioot, viruswappie of anderhalvemetersamenleving; dit is het woord van 2020