Boostercampagne begon te traag, maar ‘grootste deel 60-plussers krijgt boosterprik dit jaar’
Volgens demissionair minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge, is de boostercampagne inderdaad te traag begonnen. Dat erkende hij in het coronadebat in de Tweede Kamer over de zondag aangescherpte maatregelen. Waar veel partijen vooral benieuwd naar waren, is waarom Nederland onderaan het Europese lijstje bungelt als het aankomt op de boosterprik.
Het was namelijk al langer bekend dat boosterprikken nut hebben, zeggen zij. Dat is gebleken uit onderzoeken uit andere landen. De Gezondheidsraad adviseerde op 2 november om te beginnen met het zetten van boosterprikken bij ouderen en bewoners van zorginstellingen. Tot die tijd was de raad terughoudend over het nut van een snelle toediening van boosters.
Boostercampagne begon te traag
Ondanks dat De Jonge de vragen over de trage start terecht vindt, wil hij zelf geen conclusie trekken over waarom ‘we’ niet sneller begonnen. „Ik denk dat het goed is om die vraag bij het RIVM en de Gezondheidsraad te leggen”, zei hij.
Het kabinet wil deze maand breder kijken naar manieren om de aanpak van de coronacrisis te verbeteren. Dat zal het ministerie van VWS samen oppakken met alle betrokken partijen, zoals sociale partners, zorgpartijen en het veiligheidsberaad, aldus De Jonge. Door de trage start zijn relatief veel ouderen, bij wie de afweer tegen het virus al was afgenomen, toch ziek geworden en ook overleden.
60-plussers krijgen dit jaar nog een boosterprik
En ondanks de trage start moet het grootste deel van de 60-plussers dit jaar nog hun boosterprik krijgen. Beter gezegd dus: deze maand. Dat geldt voor 60-plussers die langer dan zes maanden geleden hun laatste vaccinatie kregen. In Nederland is de medische richtlijn om zes maanden te wachten tussen de laatste vaccinatie en het toedienen van een booster om de afweer tegen het virus een oppepper te geven. De Jonge streeft ernaar dat iedereen de prik krijgt in de zevende maand na de laatste vaccinatie.
De GGD’en zullen hard moeten werken de komende tijd, om dat doel te behalen. Zo zullen ze deze week 200.000 boosterprikken zetten, volgende week 350.000 en in de weken daarna zal dat zijn opgelopen tot 700.000 boosters per week. Onder meer militairen, medisch studenten, dierenartsen en oud-verpleegkundigen en oud-artsen gaan daarbij helpen. Er komen zeker tachtig grote locaties daarvoor. Ook kunnen 60-plussers op andere locaties worden geprikt, als zij bijvoorbeeld werken in ziekenhuizen en bij huisartsen.
De Jonge komt morgen met de uitwerking van het plan om de boostercampagne te versnellen.
2,7 miljoen prikken
Niet alle 60-plussers krijgen dit jaar een aanbod voor een booster, omdat zij bijvoorbeeld na 1 juli hun tweede vaccinatie kregen. Zij krijgen pas een uitnodiging zodra er een periode van zes maanden tussen zit, aldus het ministerie.
Ouderen kwamen in het voorjaar als eerste in aanmerking voor een vaccin maar niet iedereen ging daar meteen op in. Ook kregen veel mensen AstraZeneca, waar aanvankelijk een langere interval tussen de prikken zat. De boosters zijn precies hetzelfde als een gewoon vaccin. Het kan gaan om Pfizer of Moderna, ongeacht wat de eerste vaccinaties zijn.
Volgens CBS-cijfers zijn er ruim 4,5 miljoen mensen ouder dan 60 jaar. Volgens de versnelling die De Jonge voorhoudt, komt het aantal boosterprikken die bij de GGD worden gezet, op 2,7 miljoen.
Moeten drugs vrij verkrijgbaar zijn? ‘Mensen moeten op een andere manier genieten van het leven’