Weer was somber en nat: koudste lente in Nederland sinds 2013
Wie de afgelopen weken naar buiten keek zal niet echt verrast zijn: afgelopen lente was de koudste lente sinds 2013, meldt Weer.nl.
Volgens Weer.nl was het weer in de lente niet zo koud geweest sinds 2013, met een gemiddelde temperatuur van slechts 8,1 graden. Het gemiddelde qua temperatuur ligt in Nederland normaal bijna 2 graden hoger op 9,9 graden. Vooral in april en mei was het opvallend koud en somber weer in ons land.
Koude lente
Nog verbazingwekkender: de winterjas kon nog tot zeer laat aan de kapstok hangen, want in april werden in totaal zelfs tien (!) sneeuwdagen geteld. Sinds 1977 waren er voor het laatst zoveel sneeuwdagen in die periode van het jaar. In De Bilt daalde de temperatuur in april maar liefst zestien keer onder het vriespunt. Veel dagen om op te warmen waren er dan ook niet: in de lente van dit jaar steeg het kwik slechts vijf dagen boven de 20 graden celsius. Voor een normale lente ligt dat gemiddelde op zestien dagen.
Regen
Alleen in maart was het eventjes écht lekker weer: op 31 maart steeg het kwik naar zomerse temperaturen en in maart was er ook een lentestorm. Sowieso had de lente veel stormachtig weer te bieden: er viel relatief gezien veel regen. Dat had één voordeel: het neerslagtekort dat voor de lente een probleem was, is grotendeels bijgewerkt.
De langste periode met een neerslagtekort van 200 millimeter of meer vond plaats in 2018. Van 13 juli tot en met 4 januari 2019 lag het tekort vrijwel onafgebroken boven dat getal. Dat zijn 176 dagen. In het droogste jaar ooit gemeten, 1976, was op 166 dagen sprake van een tekort van 200 millimeter of meer.
Neerslagtekort
Door klimaatverandering krijgen we in de toekomst vaker te maken met extreme droogte. Dat is vooral het geval in het binnenland, blijkt uit klimaatanalyses van het KNMI. De afgelopen jaren zien we al een lichte trend naar meer droogte. De neerslagtekorten in de zomer worden steeds groter, terwijl de overschotten in de winter juist kleiner worden. Dat laatste is waarschijnlijk een direct gevolg van de grotere tekorten in de zomer. Daardoor duurt het in de winter langer om een neerslagoverschot op te bouwen.