Drentse carbidschieter Jan: ‘Lekker hard knallen, maar doe het met ballen’
Drentenaar Jan de Lange heeft een groot hart voor carbidschieten. Maar hij houdt datzelfde hart vast voor beginners die straks carbid in plaats van vuurwerk gaan knallen. In het donker schieten met deksel? Dan kun je jezelf net zo goed voor de melkbus gooien. „Of je raakt net je buurmeisje van zeven dat langsloopt.” Knal daarom met ballen.
Een dikke domper op het jaarlijkse feestje, noemt Jan de Lange het. In Drenthe mag dan nog wel worden geknald, maar zonder publiek en toeschouwers, „en zonder het feestje eromheen.”
Liefde voor carbid
Hij woont in Schoonoord en zit bij carbidclub Ellert en Brammert. Beeldend en vol enthousiasme vertelt hij over zijn hobby, of vooruit: zijn grote passie en misschien zelfs wel een bescheiden liefde met wie hij elk jaar op oudejaarsdag een climax beleeft.
„We leven er het hele jaar naartoe, in augustus begint het altijd al te kriebelen en worden de eerste melkbussen schoongemaakt.” Normaal gesproken dan. De carbidschietvoorpret is dit jaar minimaal, maar een jaartje overslaan is voor Jan in elk geval géén optie. „Desnoods doe ik het bij mij achter thuis, waar ik alle ruimte heb. Het gaat ten alle tijden door.”
Veel mensen weten eigenlijk helemaal niet precies wat het is, en al helemaal niet hoe het moet. Jan houdt z’n hart dan ook vast voor oud en nieuw, wanneer mensen het misschien wel voor de eerste keer gaan doen, in plaats van vuurwerk. „Het kan hele serieuze gevolgen hebben, het wordt onderschat door een heleboel mensen die nu spontaan carbid aanschaffen en straks middenin de woonwijk een beetje op goed geluk staan te knallen.” Geen goed idee.
Sterker nog: „Als mensen ’s nachts carbid met deksel schieten, is dat hetzelfde als in het donker autorijden met je ogen dicht. Nét zo stom.” Zeker als er „een slokje op” in het spel is, is het de goden verzoeken. „Dan kun je alleen maar hopen dat je niets raakt. Je kunt de zijkant van een auto aan flarden schieten, maar ook je buurmeisje van zeven dat net langsloopt.”
Lang haar kort
Dat carbidschieten allesbehalve kinderspel is, heeft Jan aan den eigen lijve ondervonden. Of aan z’n haren eigenlijk. Dertig jaar lang liep hij rond met lange manen, tot op die oudjaarsdag zeven jaar geleden zijn bus „het niet deed” na ontsteking. Er geldt een vaste procedure voor als de bus weigert, „maar laat ik het zo zeggen dat ik die dag de regeltjes even wilde omzeilen”, bekent hij lachend. En toen ging het mis.
Lang verhaal kort: zijn lange haar was toen ineens kort.
„Ik hing met m’n hoofd boven de bus toen er een steekvlam van een meter of drie uit kwam. Ken je de geur van verbrand haar?” Hij kan het verhaal nu smakelijk vertellen. „Ik kreeg m’n ogen zelfs niet meer open omdat m’n wimpers aan elkaar waren gesmolten.” Hij heeft geluk gehad. Geen blijvend letsel, wel „een gekrenkt ego” (knipoog) en: „ik ben voorzichtiger geworden.” En nu heeft hij gewoon lange manen op z’n kin.
Gidsje carbidschieten
De scheidslijn tussen goed en fout gaan met carbidschieten is dan ook flinterdun. „We lachen op YouTube om de dronken man die achterover valt na de knal, maar hij had ook wakker kunnen worden met een slangetje in z’n neus.”
Als er een gidsje ‘carbidschieten voor beginners die normaal gesproken vuurwerk afsteken maar nu voor de melkbus gaan’ zou bestaan, zou de eerste regel van Jan, of gewoon het algehele devies, moeten zijn: „lekker hard knallen, maar alsjeblieft wel met ballen.”
Met carbidschieten is het meteen raak, licht hij toe. Je hebt niet alleen maar „een sneetje in je hand” of een klein bloedneusje als mis gaat. „Het deksel wordt met zo’n 300 kilometer per uur eruit geknald.” Als je dat tegen je aan krijgt, „kan dat einde verhaal betekenen. Daarom schieten wij niet met deksels, maar met ballen.” Zijn gouden tip: „Gooi het deksel van de melkbus in de schuur en pak het nooit weer!”
Ballen in de lucht
Van een zachte strandbal tot basketbal, de leden van hun carbidvereniging gebruiken verschillende ballen als dekselalternatief. Aanzienlijk veiliger, „nogal een verschilletje of je een deksel of bal in je rug krijgt.” Een stuk plastic „om de opening sjorren” kan in principe ook, „het gaat om de knal.”
Nog meer tips van Jan. Een ‘carbitje’ in hoeft niet, doe wel iets in of over je oren, zet een veiligheidsbril op en zet de bus goed vast. „Als de melkbus door de druk tien meter naar achter knalt en vol op je scheenbeen komt, heb je echt wel even een eenzijdig gesprek met Onze Lieve Heer, als je snapt wat ik bedoel.”
Vonk
De leden van de vereniging knallen op het oude voetbalveld, met elektronische ontsteking. Andere jaren mochten kinderen vaak aan het touwtje trekken, waardoor een vonk in de bus ontstaat en de bal de lucht in knalt, legt de Drentenaar uit. En hier bestaat bijna geen ‘teveel ballen in de lucht hebben’: Dertig tot veertig ballen knallen omhoog en belanden soms wel honderd meter verderop. De vereniging heeft z’n eigen ballenjongens. Die kinderen weer, „die vinden het maar wat mooi om de ballen te zoeken en terug te brengen in ruil voor ranja en wat lekkers.” Normaal gesproken dan, dit jaar is alles anders.
Dat het vuurwerkverbod tot meer carbidschieters leidt, ziet hij al in z’n directe omgeving, waar de ‘carbid te koop’-bordjes overal hangen en waar de melkbussen uit de boerderijgrond schieten. „Er is een echte run op. Iedereen die er nog eentje in z’n schuur heeft staan, wil hem nu wel verkopen.” En vaak voor meer geld dan ooit. „Er wordt misbruik van gemaakt”, beaamt hij. „Op internet schommelen de prijzen ook flink.” Voor „een nette bus” betaal je een euro of dertig, weet hij. „En daar doe je dan ook flink lang mee.”
Mijn bus knalt harder
Zelf knalt hij het liefst met een bus van maar liefst 1 meter 80 en een basketbal en ja, het is met mannen onderling wel een beetje ‘mijn bus knalt harder die van jou’, grijnst hij jongensachtig. En die van hem knalt ook vaak harder dan die van de rest. „Dan zie je gewoon hoe mensen hun flesje bier uit de handen laten vallen en zich omdraaien, door jouw knal. Dat is gewoon mooi.”
Alle leden van hun carbidclub schieten volgens de Wie-is-de BOCK-campagne, de Bewust Oplettende Carbid Knaller, een officieel reglement waar meerdere dorpen mee werken, of knallen. Meteen weer een tipje van de carbidschieter: „Staat ook online, ik raad het iedereen aan die voor het eerst gaat schieten.”
Saamhorigheid
De afgelopen weken was het carbidschieten het onderwerp van gesprek in het kleine dorp, waar iedereen elkaar kent. En waar zo’n beetje iedereen op oudejaarsdag naar de traditie komt kijken. „We hebben altijd een grote tent staan, bier en burgers voor iedereen en aan het eind van de middag gaan we met de fooienpot rond, waar iedereen wat in doet. Het kost geen drol, maar we staan daar wel met z’n allen een hele dag plezier te maken.” Voordat het donker wordt, hebben de laatste carbidschoten geklonken, „en zitten we ’s avonds lekker met moeders de vrouw op de bank.”
Dit jaar is alles anders, maar dat er carbid geschoten wordt, staat als een melkbus boven het gras. „Helaas wel in een sobere uitvoering, zonder muziek en gezelligheid. Maar geknald wordt er.”
Lees ook: Tosti Kroket van tostikoning uit Dordrecht meteen al dikke hit