Bijna alle boa’s hebben te maken met agressie, vooral meer sinds coronacrisis
Maar liefst 95 procent van de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) heeft het afgelopen jaar te maken gehad met verbale agressie. Van hen werd 68 procent geïntimideerd en 58 procent werd slachtoffer van fysiek geweld. Dat blijkt uit onderzoek van het wetenschappelijk bureau van het ministerie van Justitie en Veiligheid, het WODC.
Er zijn in Nederland circa 24.000 boa’s actief, in onder meer de publieke ruimte en het openbaar vervoer.
Boa’s coronacrisis
De boa’s zorgen onder meer van handhaving van de coronamaatregelen, tot onvrede van veel mensen. Volgens het onderzoek deed handhaving tijdens de coronacrisis namelijk nog een schep bovenop alle agressie richting de boa’s.
Zo heeft 52 procent tijdens de coronacrisis vaker dan normaal te maken met verbale agressie. 24 procent werd vaker geïntimideerd en 22 procent werd vaker slachtoffer van fysieke agressie.
https://twitter.com/WijkboaThijs/status/1328332269082304520
Bewapening
Ruim de helft van de ondervraagde boa’s zegt behoefte te hebben aan meer bewapening. Bijvoorbeeld een korte wapenstok. De wapenstok werkt volgens dat deel preventief en is nodig om te kunnen ingrijpen bij grote groepen. Maar de andere helft geeft aan dat hun mond juist het beste wapen is en dat de-escalerend optreden centraal moet staan.
Werkgevers en leidinggevenden vinden meer bewapening niet per se nodig. Zij benadrukken dat goede afspraken met de politie en goede training relevanter zijn voor een veilige werksituatie.
In januari begint in tien gemeenten een proef waarin boa’s zijn uitgerust met de wapenstok. Nu hebben ze vaak alleen handboeien op zak.
Werkgevers
De helft van de boa’s vindt dat de werkgever genoeg doet bij de opvang van boa-slachtoffers. Een derde vindt dat de werkgever genoeg doet aan het voorkomen van incidenten. Boa’s die in het openbaar vervoer werken zijn hier het negatiefst over.